vrijdag 29 november 2013

Verharing en voorhuidvernauwing

Het Onze Taal-congres, een verslag.


Door Marthe Dijk

Zaterdag 16 november werd in het Chassé Theater in Breda het congres gehouden van het Genootschap Onze Taal. Het was voor mij de eerste keer dat ik erbij was en ik had hoge verwachtingen van het samenzijn van honderden taalliefhebbers, taalenthousiastelingen en taalpuristen. Ook bij deze bevolkingsgroep van het Koninkrijk der Nederlanden is de vergrijzing inmiddels toegeslagen. Of misschien is het wel nooit anders geweest. Het was in elk geval een goed moment om eens terug te blikken op `de wortels van het Nederlands´, het thema van het congres dit jaar.

Na een korte opening door Onze Taal-voorzitter Gert Haverkate wordt het woord gegeven aan de dagvoorzitter en congrespresentator Jan Kuitenbrouwer. Hij weet de ruim 1300 aanwezigen direct enthousiast te maken met het vooruitzicht op een interactieve etymologiequiz tussen de lezingen door. Daarnaast zet hij de toon door de morosofische stelling van filosoof Johannes Goropius Becanus te poneren dat alle talen van het Nederlands afstammen. Enkele voorbeelden die deze stelling onderbouwen zijn sigaret > sig-ar-et > zuig er uit en paparazzo > papa-razzo > papieren rotzooi. Maar ook op een congres over de Nederlandse taal is de invloed van andere talen duidelijk merkbaar. In het congresmapje zit geen hebbedingetje, maar een gadget, we zijn op zoek naar de roots van het Nederlands en twitteren kan met hashtag ot13.

Dit blijkt de running gag (ook wel groeigrap) van het congres te zijn. Wanneer H.K.H. Prinses Laurentien vervolgens op het toneel wordt geroepen, wordt haar uitgelegd dat de knop `next´ haar de volgende dia laat zien. En later op de dag refereert Alof Wiechmann aan `naar-beneden-ladingen´ (downloads). De prinses verrast mij in positieve zin met haar onthullingen over haar ochtendgymnastiek. Anders dan je zou denken, bestaat haar ochtendritueel uit de dagelijkse test van beterspellen.nl. Deze site is onlangs uitgeroepen tot Website van het Jaar en is erg verslavend. De prinses geeft een voorbeeld: de ondernemingsraad heeft ........ nieuwe voorzitter gekozen. Het publiek moet een keuze maken tussen `zijn´ of `haar´. De meerderheid kiest voor deze laatste, wat fout is. Hierop constateert de prinses een “verharing van de samenleving”, een mooi neologisme.

De ochtend gaat verder met het serieuzere deel van het programma, met lezingen van Hans Beelen over de wetenschap van de etymologie en Frits van Oostrom over de klanken van het Middelnederlands. Beide heren zijn gewend aan het geven van colleges, want ze zwetsen een eind weg en gaan over de beschikbare tijd heen. Van Oostrom lanceert in zijn lezing de iPad-app Vogala, waar Middelnederlandse teksten worden voorgelezen om ze op deze manier tot leven te wekken. Volgens Kuitenbrouwer een hele appening. Aan woordgrapjes geen gebrek op dit congres.

Het laatste programmaonderdeel voor de lunchpauze is de uitreiking van de Groenman-taalprijs. Prijswinnaar Paul van Vliet houdt een mooie dankrede, waarin hij ook de vertaalproblemen van komische sketches aanstipt. Van zijn Nederlandse voorstelling sloeg alleen de sketch over een vadermoord aan bij het Engelse publiek. Dit is natuurlijk niet heel vreemd, want tijdens een voorstelling wordt er allerlei kennis verondersteld van het publiek en de kennis van een Engels publiek verschilt nu eenmaal van die van een Nederlands publiek. Een gegeven waar je als vertaler altijd rekening mee moet houden. Van Vliet kwam dan ook tot de conclusie dat het wel mogelijk was om zijn liedjes te vertalen, maar dat hij voor zijn sketches iets anders moest verzinnen.

Het middagprogramma begint met een lezing van Alwin Kloekhorst, die uitleg geeft over de reconstructie van de Indo-Europese taalfamilie. Door het vergelijken van verschillende talen kan een prototaal worden achterhaald en kan men er ook achter komen wanneer een bepaalde taal zich heeft afgescheiden van de rest. Erelid van het Genootschap Kees van Kooten houdt vervolgens zijn voordracht. Hier had ik eerlijk gezegd meer van verwacht. Ik miste vooral enige samenhang in zijn verhaal. De lachers heeft hij echter wel op zijn hand, in het bijzonder door het vernieuwen van enkele bekende spreekwoorden (`over smaak valt niet te twisten´ wordt `de afstandsbediening is van iedereen´). Ook de lezing van Vivien Waszink over de invloed van hiphop op neologismen in de taal valt tegen. Haar werk als lexicograaf komt iets te duidelijk naar voren door het minutieus uitleggen van begrippen als tweedelegvader en twibbatical. Wim Daniëls voldoet echter aan mijn verwachtingen met een leuke voordracht waarin begrippen als voorhuidvernauwing en ollieklonje besproken worden (overigens wel een lezing die hij al vaker heeft gehouden).

De dag wordt uiteindelijk afgesloten met de presentatie van Woord van het Jaar 2013. In de auto terug naar huis wordt op de radio al direct melding gemaakt van het feit dat de bezoekers van het Onze Taal-congres participatiesamenleving als Woord van het Jaar hebben gekozen. Dat gaat over mij! En misschien ben ik er volgend jaar wel weer bij. Dan draag ik ook graag opnieuw mijn steentje bij om de vergrijzing tegen te gaan.

Zwarte Piet goes international

Door Silvie van der Zee  

Het is weer die tijd van het jaar. De discussie rondom Zwarte Piet is weer hevig opgelaaid. Dit jaar hebben zelfs de Verenigde Naties zich ermee bemoeid. Hiermee krijgt het Sinterklaasfeest ook aandacht van internationale media. Hoe wordt deze Nederlandse traditie uitgelegd in het buitenland?

Culturele termen zoals Sinterklaas worden in vakjargon ‘realia’ genoemd. Deze begrippen zijn puur cultureel en niet per definitie taalgebonden. In België hebben ze dan wel Sinterklaas, maar weten ze niet wat de havo is.

Vertaalstrategieën 

 Hoe vertalen we dit soort ‘cultuurproblemen’? Er zijn verschillende opties. Vertaalwetenschapper Diederik Grit hanteert in zijn artikel “De vertaling van realia” de volgende strategieën:

- Handhaving: de term wordt letterlijk overgenomen en niet vertaald, bijvoorbeeld ‘the Volkskrant’.

- Leenvertaling: een letterlijke vertaling van het woord uit de brontaal: Staten-Generaal wordt States-General. Dit vergt wel behoorlijk wat voorkennis van de lezer in sommige gevallen. Voor realia als KNMI (Engels: Royal Dutch Meteorological Institute) is dit minder problematisch.

- Benadering: bij deze strategie kiest de vertaler voor een soortgelijke term in de doeltaal: Jan Klaassen & Katrijn wordt Punch & Judy in het Engels. Deze strategie is geschikt voor algemene teksten, maar niet voor bijvoorbeeld juridische teksten.

- Omschrijving: Als een term echt lastig te vertalen is, kan de vertaler er voor kiezen om een omschrijving te geven in plaats van de daadwerkelijke term. De VVD is dan bijvoorbeeld een Dutch right-wing political party.

- Kernvertaling: hierbij worden realia in algemene zin omschreven: havo wordt secondary school, EO wordt een broadcoasting company. Hierbij gaat wel wat van de betekenis van de oorspronkelijke term verloren, maar dit hoeft niet altijd erg te zijn, afhankelijk van de tekstsoort en het doel van de tekst.

- Adaptie: in bepaalde teksten kan een aanpassing van de culturele term van toepassing zijn. Dit is meestal bedoeld om de lezer iets duidelijk te maken. HEMA wordt vervangen door Woolworths en de PvdA is de Labour Party.

- Weglating: als een culturele term niet relevant is voor de tekst, kan deze soms weggelaten worden. Grit noemt het voorbeeld: “een delegatie van Tweede Kamerleden voor de VVD, CDA en D66 bezocht het overstroomde gebied” > “a delegation of Dutch MP’s visited the flooded area”.

- Het is ook mogelijk om deze vertaalstrategieën te combineren, bijvoorbeeld handhaving gevolgd door omschrijving. De Telegraaf wordt dan: “the conservative daily newspaper ‘De Telegraaf’.”

In de Washington Post wordt volop geschreven over St. Nicholas, Black Pete en als alternatief, de Rainbow Petes. Een leenvertaling dus. De Huffington Post kiest voor “Sinterklaas and his pageboy helper ‘Zwarte Piet’ or Black Pete,” een combinatie van handhaving en een leenvertaling met omschrijving. Welke strategie het beste is om de tolerantie van het buitenland ten opzichte van onze traditie te verhogen, zal moeten blijken.


Bron
Grit, Diederik. “De vertaling van realia.” Denken over vertalen. Ed. Ton Naaijkens, Cees Koster, Henri Bloemen en Caroline Meijer. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2010. 189-196.

Is een flex-bv iets voor zelfstandig vertalers en tolken?

Door Sigrid Kauffman, WerkAdvies

Op 1 oktober 2012 is de zogenoemde flex-bv in gevoerd om de rechtsvorm aantrekkelijker en bereikbaar te maken voor ondernemers. Zo hoeft er geen startkapitaal van 18.000 euro meer te worden ingelegd. De bank- en accountantsverklaring zijn vervallen en is er meer vrijheid bij het invullen van de statuten.

De flex-bv bestaat op zich niet. De term flex-bv slaat op de wijzigingen van de wettelijke bepalingen over de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv). Het bv-recht is flexibeler geworden. De flex-bv is dus de “oude” bv, maar dan onder vernieuwd recht. Het nieuwe bv-recht maakt het gemakkelijker en goedkoper om een bv op te richten. Maar er is niets veranderd aan de juridische en fiscale motieven die een rol spelen bij je keuze.

Voordelen van een bv

Een belangrijk voordeel is aansprakelijkheid. Bij een eenmanszaak of v.o.f. kunnen schuldeisers zich verhalen op je privévermogen. Bij een bv zijn hier extra eisen aangesteld die wettelijk zijn vastgelegd. Twee andere voordelen zijn dat het eenvoudiger is om een bv over te dragen aan een andere ondernemer en het is ook eenvoudiger om vreemd vermogen aan te trekken.


Wanneer stap je over naar een bv?
Of je over wilt stappen hangt af van je persoonlijke situatie. Bij een winst rond de € 100.000 is het fiscaal (belastingtechnisch) interessant om een bv te hebben. Overleg altijd eerst met een adviseur. Een adviseur kan berekeningen voor je maken. Een eenmanszaak heeft bij lagere winsten meer fiscale voordelen. Denk hierbij onder andere aan startersaftrek en zelfstandigenaftrek.


Een andere reden die ik veel hoor is de aansprakelijkheid. Ik kom veel ondernemers tegen die kiezen voor een bv omdat ze beperkt aansprakelijk willen zijn. Ben je gesteld op zekerheid dan kan het oprichten van een BV een uitkomst zijn.

Wat heb je nodig voor een bv?

Voor het oprichten van een bv heb je een notariële akte van oprichting (met onder andere de statuten van de bv) nodig en moet je de bv in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel inschrijven. Verder heb je een oprichter, minimaal 1 bestuurder en 1 aandeelhouder, en het startkapitaal van 1 eurocent nodig.


Heb je vragen over welke rechtsvorm voor jou het beste is, aarzel dan niet en neem contact met me op. Veel succes met ondernemen.


Bronnen: 
Kamer van Koophandel, Antwoord voor bedrijven, Belastingdienst, Accountant

Weg met dat woord!

[Persbericht] 



Leiden, 21 november 2013

Woordenverkiezing 2013 

Participatiesamenleving is onlangs door het Genootschap Onze Taal uitgeroepen tot het woord van 2013. Andere kanshebbers waren Pietitie, socialbesitas en selfie. Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) pakt de woordenverkiezing dit jaar anders aan en wil graag weten welk woord u absoluut niet terug wilt zien in 2014.

In 2013 verschenen er veel nieuwe woorden in het nieuws in Vlaanderen en Nederland. Zoals hittestress, comakijken en voorsteekpas. Maar ook woorden die we al langer kennen domineerden de krantenkoppen: plofkip bijvoorbeeld of troonswissel, recessie, diamantroof en graaicultuur. Het INL wil graag van u weten welk woord - dat veelvuldig de revue passeerde in 2013 - u niet meer tegen wilt komen in 2014.

Nominaties 

Tot en met woensdag 4 december kunt u via het formulier op de website van het INL of via Twitter suggesties insturen voor woorden die wat u betreft mogen verdwijnen. Op basis daarvan stelt het INL een shortlist samen met de genomineerde woorden.

Wegstemmen 

Vanaf 5 december kunnen de woorden uit de shortlist ‘weggestemd’ worden. Welk woord moeten we volgens u achterlaten in 2013 en waarom? Ligt het aan de betekenis van kweekburger, de klank van phablet of misschien wel de spelling van skeuomorfisme (‘het weergeven van designelementen die lijken op dagelijkse voorwerpen’)? Op vrijdag de 13de maakt het INL de grote verliezer bekend.

--
Dit was een persbericht van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie. Vertalersnieuws is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit persbericht.

vrijdag 1 november 2013

De vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur: geafrikaniseerd taalgebruik

Door Marthe Dijk

In mijn artikel over Afrikaanse literatuur in de vorige editie van Vertalersnieuws heb ik de discussie over de taalkeuze besproken. Chinua Achebe staat aan de kant van de koloniale talen, terwijl Ngugi wa Thiong´o juist voor het gebruik van Afrikaanse talen is. Ngugi noemt het schrijven in de koloniale talen zelfs neokolonialisme. Achebe stelt daar tegenover dat het op zijn manier gebruiken van de koloniale talen juist een gevoel van vrijheid geeft. Het resultaat is een geafrikaniseerde Europese taal, onder meer door het toevoegen van grammaticale en lexicale eigenschappen van de onderliggende Afrikaanse talen aan de koloniale taal. Twee voorbeelden hiervan zijn het verbreden van de betekenis van woorden en het veranderen van de zinsstructuur.

Semantische verschuiving
De betekenisverandering of semantische verschuiving van woorden zorgt voor het eerste vertaalprobleem. De betekenis van een woord of concept in de Europese taal wordt uitgebreid om ook de betekenis van dit woord in de Afrikaanse context uit te drukken. De Europese lezer is niet bekend met deze nieuwe betekenis. In sommige gevallen zal de nieuwe betekenis uit de context gehaald kunnen worden. Zo kan een woord als `schaamte´ bijvoorbeeld ook `bescheidenheid´ betekenen. Dit is slechts een subtiele verschuiving, maar minder subtiele verschuivingen komen ook voor. Het is aan de vertaler om een vertaalstrategie te bepalen.

Er zijn twee opties die de vertaler heeft voor het vertalen van semantische verschuivingen. De vertaler zou de betreffende frase kunnen vertalen met een idiomatische frase uit de doeltaal, maar de vertaler kan er ook voor kiezen om de frase net zo gemarkeerd te vertalen als deze frase ook is in de brontaal. Dit laatste is dezelfde strategie die de schrijver zelf al heeft toegepast toen hij de tekst schreef in de koloniale taal, omdat de auteur de tekst in zijn hoofd al heeft omgezet vanuit zijn moedertaal in de koloniale taal. Dit wordt ook wel vertalen zonder brontekst genoemd. Het is belangrijk dat de vertaler zich bewust is van de mogelijkheid van semantische verschuivingen in de Afrikaanse context.

In het boek The Voice van de Nigeriaanse schrijver Gabriel Okara komen meerdere aspecten van geafrikaniseerd taalgebruik voor. Semantische verschuiving is daar een van. In zijn artikel bespreekt Ebi Yeibo de volgende zin: `What I do with my money does not touch you.´ De betekenis van het werkwoord `to touch´ is in deze zin uitgebreid met de betekenis `to concern´. Een gemarkeerde vertaling zou in dit geval kunnen zijn: `Wat ik doe met mijn geld raakt jou niet.´ Aan de andere kant is ook een idiomatische vertaling mogelijk: `Wat ik doe met mijn geld gaat jou niet aan.´

Spreekwoorden
Een ander voorbeeld waarin de onderliggende Afrikaanse taal terug te vinden is in de koloniale taal zijn spreekwoorden. In veel Afrikaanse talen zijn spreekwoorden een essentieel onderdeel van het taalgebruik. Schrijvers vertalen vaak het spreekwoord uit hun moedertaal één op één naar de koloniale taal. Als je al deze spreekwoorden ook daadwerkelijk vertaalt naar het Nederlands, zal het voor een Nederlandse tekst waarschijnlijk een beetje veel lijken, omdat wij spreekwoorden minder frequent gebruiken. Maar aan de andere kant zorgen juist deze spreekwoorden wel voor de Afrikaanse context.

Opnieuw heeft de vertaler de keuze tussen twee hoofdstrategieën. De vertaler kan ervoor kiezen om de spreekwoorden één op één te vertalen, net als de schrijver van het origineel heeft gedaan. Maar de vertaler kan ook een equivalent van het spreekwoord zoeken in de doeltaal. Met andere woorden, de vertaler moet een keuze maken tussen exotiseren en naturaliseren. In de postkoloniale vertaalwetenschap is er veel onderzoek gedaan naar de keuze van vertalers. In de meeste gevallen koos de vertaler ervoor om de tekst te normaliseren, met uitzondering van dialogen, waar meer gemarkeerde vertalingen te vinden zijn. Kathryn Woodham spreekt dan ook van rekoloniseren. Critici zien liever een meer exotiserende strategie door zoveel mogelijk de eigenschappen van de brontekst te behouden.

In Things Fall Apart van Chinua Achebe wordt veelvuldig gebruik gemaakt van spreekwoorden en metaforen. Slechts enkele voorbeelden zijn: `He who brings kola brings life,´ `A chick that will grow into a cock can be spotted the very day it hatches,´ en `A baby on its mother´s back does not know that the way is long.´ Een equivalent in het Nederlands komt mij niet een-twee-drie boven. Een meer letterlijke vertaling zal de Afrikaanse context bewaren en zorgt ervoor dat de frase net zo gemarkeerd blijft als in de brontekst.

De keuze van de vertaler
Invloeden van Afrikaanse talen zijn dus zichtbaar in het gebruik van de koloniale talen, met name op het gebied van de semantiek en de grammatica. Het resultaat is een geafrikaniseerde Europese taal. Woordbetekenissen worden verbreed, zinsstructuren worden aangepast en uitdrukkingen worden toegevoegd. Dit zijn allemaal gemarkeerde veranderingen. De vertaler moet kiezen tussen een idiomatische vertaling van de tekst, meer richting de doeltaal, of een gemarkeerde vertaling van de tekst, meer richting de brontaal en de onderliggende Afrikaanse taal, waarbij de uitdrukkingen in de doeltaal net zo vreemd zijn als de uitdrukkingen in de brontaal.

Omdat het boek dat is geschreven in de koloniale taal een vertaling is zonder brontekst, heeft de auteur al verschillende strategieën toegepast. De vertaler kan ervoor kiezen deze strategieën over te nemen of een andere strategie toe te passen, exotiserend dan wel naturaliserend. De vertaler moet echter wel onthouden dat de Afrikaanse schrijver al bewuste keuzes heeft gemaakt. Een al te naturaliserende aanpak zal dus niet altijd gewaardeerd worden.


Bronnen
Fioupou, Christiane. “Translating Pidgin English, Rotten English and Ubuesque English into French.”
Gullin, Christina. “Translation on Trial: Nadine Gordimer in Swedish.”
Woodham, Kathryn. “Linguistic Decolonisation and Recolonisation? Fluent Translation Strategies in the Context of Francophone African Literature.”
Allen in: Granqvist, Raoul. J., ed. Writing Back in/and Translation. Wien: Peter Lang, 2006.

Gyasi, Kwaku A. “Writing as Translation: African Literature and the Challenges of Translation.” Research in African Literatures 30.2 (1999): 75-87.

Igboanusi, Herbert. “The Igbo Tradition in the Nigerian Novel.” African Study Monographs 22.2 (2001): 53-72.

Yeibo, Ebi. “Nativization of English in African Literary Texts: a Lexico-semantic Study of Transliteration in Gabriel Okara´s The Voice.” International Journal of Humanities and Social Science 1.13 (2011): 202-8.

OmegaT: CAT-tool voor beginners en gevorderen

Door Silvie van der Zee

Er zijn meerdere vertaalhulpmiddelen beschikbaar voor vertalers. Enkele bekende ‘computer-assisted translation (CAT) tools’ zijn Trados, Wordfast, MemoQ en Déjà-Vu. Naar aanleiding van een workshop over OmegaT die binnenkort wordt gehouden, bespreek ik deze tool in deze editie van Vertalersnieuws.

 

Wat is OmegaT?

OmegaT is een gratis, open source CAT-tool die in 2000 door Keith Godfrey is ontwikkeld. Twee jaar later voegde Marc Prior zich bij hem en tegenwoordig staat Didier Briel aan het hoofd van het project. OmegaT is beschikbaar in dertig talen, waaronder het Nederlands. Deze CAT-tool is in toenemende mate een concurrent van Trados SDL en MemoQ. OmegaT is vrije software. Dat betekent dat gebruikers het programma mogen downloaden, gebruiken, kopiëren en doorgeven aan anderen.

 

Wat kan OmegaT?

OmegaT werkt met Linux, Mac OS X en Microsoft Windows 98 of hoger en voor het gebruik ervan is Java 1.5 vereist. Het programma kan werken met:
  • fuzzy-overeenkomsten (gedeeltelijke overeenkomsten tussen de vertaling en het vertaalgeheugen) 
  • meerdere bestanden tegelijkertijd in een project 
  • meerdere vertaalgeheugens 
  • externe woordenlijsten 
  • verschillende typen bestanden, waaronder:
    - XHTML en HTML
    - Microsoft Office 2007 XML
    - OpenOffice.org/StarOffice
    - XLIFF (Okapi)
    - MediaWiki (Wikipedia)
    - Platte tekst 
  • Unicode (UTF-8): kan worden gebruikt met niet-Latijnse alfabetten 
  • talen die van rechts naar links geschreven worden 
  • andere toepassingen met vertaalgeheugens (TMX)

 

Zelf een bijdrage leveren aan OmegaT

OmegaT is open source software. Dat betekent dat je OmegaT mag aanpassen als je vindt dat het programma verbeterd kan worden. OmegaT is dus niet alleen een product, maar ook een project waaraan jekunt bijdragen. Het OmegaT-project wordt uitgevoerd door vrijwilligers en kan altijd hulp gebruiken, niet alleen voor het programmeren, maar ook op andere gebieden. Je kunt ook je steentje bijdragen door gebruikersdocumentatie te schrijven, software te lokaliseren, software te testen of publiciteit te genereren door een artikel te schrijven over OmegaT.

 

18 november: workshop over OmegaT

Ben je geïnteresseerd geraakt in OmegaT? Op 18 november vindt er een workshop over deze tool plaats in het Stridonium in Holten. Marc Prior, technisch vertaler en een van de twee mannen die aan de wieg van OmegaT stonden, zal de workshop leiden. Tijdens de workshop krijg je dus les van dé expert.

De dag wordt als volgt ingedeeld:

’s Ochtends om 9.30 uur begint de workshop met een overzicht van alle functies van OmegaT, een demonstratie met een voorbeeldproject en een vraag- en antwoordsessie.

Na de lunch worden de uitgebreidere mogelijkheden van OmegaT besproken en gedemonstreerd.

Er wordt afgesloten met de sessie ‘Myths, FAQs and Workaround’ en de workshop eindigt om 17.00 uur, waarna je onder het genot van een drankje kunt bespreken wat je hebt geleerd.

Voor meer informatie, aanmelden, kosten en reisinformatie verwijs ik je naar de agenda van Vertalersnieuws.


Bron
Officiële website OmegaT (Nederlandstalig)

Veeleisende klant: lastpak of...?

Door Mariëtte van Drunen

Ik hoor wel eens vertalers klagen: “Nou wil mijn klant ook nog dat ik de opmaak ga doen”, “Ze willen altijd dat het gisteren al klaar was”, “Mijn klant heeft altijd van die onhandige opdrachten”. Het lijkt soms wel of klanten niks begrijpen en niks goed doen. Maar is dat wel zo?

Zelf vraag ik graag door wat de klant nu echt nodig heeft, maar ben ik ook eerlijk als ik iets niet kan of wil doen. Als ik het niet kan, stel ik soms een alternatief voor, bijvoorbeeld een leverdatum die wel haalbaar is, of ik vraag of bestanden ook beschikbaar zijn in een handiger formaat, of ik zoek een collega die kan helpen, enzovoorts. De meeste klanten vinden het heel normaal als je aangeeft dat iets niet kan en vaak blijkt dat er meer kan dan je dacht. Zij geven –uiteraard– eerst aan wat zij graag zouden willen, maar dat is niet noodzakelijk de enige optie.

Natuurlijk mag de klant vragen of het mogelijk is zoals hij het graag heeft. Ik help de klant graag zo goed mogelijk. Het zou zo maar kunnen dat een vertaler ook goed is met de opmaak van documenten, of dat het net heel rustig is en die korte doorlooptermijn geen enkel probleem is. Een veeleisende klant is zeker niet per definitie een lastpak. Zolang ik eerlijk aangeef wat wel en niet kan en de klant daar redelijk op reageert –ja, soms kan het zijn dat hij voor een andere vertaler kiest die wel kan leveren wat hij zoekt- kunnen we prettig zaken doen.

In het Engels zeggen ze: “you teach people how to treat you”. Als jij niet aangeeft wat wel en niet mogelijk is, hoe moet je klant het dan weten? De enige die weet wat jij wel en niet voor iemand kunt of wilt doen, ben jij zelf. Dus durf ook alternatieven voor te stellen of nee te zeggen. Dan merk je dat de meeste klanten zeker geen lastpak zijn, maar mensen die net als jij graag hun werk goed willen doen en ook begrip hebben voor jouw mogelijkheden. En zo wordt ondernemerschap ineens een stuk leuker.

vrijdag 4 oktober 2013

Sprong in het diepe

Door Silvie van der Zee

Een tijdje geleden heb ik het besluit genomen om fulltime aan de slag te gaan als freelance vertaler Engels. Het is nu, bijna drie maanden later, een mooi moment om de balans op te maken. Heb ik het freelancen te rooskleurig ingeschat of is mijn droom uitgekomen?

Sinds ik mijn masteropleiding Vertalen Engels heb afgerond, heb ik het vertalen altijd naast een fulltime vaste baan (in andere vakgebieden) gedaan. Zo kon ik eens rustig kijken of het vertalen wel echt iets voor mij was en had ik toch een gegarandeerd vast inkomen. Ideaal!

In mijn laatste vaste baan had ik het niet naar mijn zin en het stemmetje in mijn hoofd bleef zeggen: ga toch fulltime vertalen! Ik had ontdekt dat ik vertalen ontzettend leuk vind en ook de vrijheid en flexibiliteit van het freelance bestaan bleven trekken. Daarnaast was het hebben van twee banen (en een sociaal leven) veel te druk en stressvol. Dus heb ik de stap genomen. Mijn contract liep af en ik ging weg bij het bedrijf waar ik werkte. Na een weekje rust ging ik vol goede moed aan de slag.

Nu, bijna drie maanden later, ben ik nog steeds enthousiast. Gelukkig maar, want het zou zonde zijn als ik er nu al niets meer aan vond. Vooral het thuiswerken bevalt goed. Voorheen werkte ik in een grote stad en had ik drie uur reistijd per dag. Alleen al die tijdsbesparing is een prettige bijkomstigheid van het thuiswerken. Dan de flexibiliteit. Voorheen was ik genoodzaakt om ’s avonds of in het weekend te sporten en mijn boodschappen te doen, nu doe ik dat wanneer ik wil. Wat blijkt: op een dinsdagochtend zijn er nauwelijks rijen bij de kassa’s in de supermarkt. Soms ga ik overdag koffie drinken met een studerende vriendin. Leuk dat dat zomaar kan! Uiteraard haal ik die tijd ’s avonds weer netjes in, want het werk moet wel gedaan worden. Desondanks is deze vrijheid voor mij een groot voordeel van het freelance bestaan.

Natuurlijk zitten er ook keerzijdes aan het freelancen. Ik heb geen vast inkomen of de zekerheid dat er weer een opdracht aankomt. Als alleenstaande met een hypotheek die elke maand betaald moet worden, is dat soms een bron van zorgen. Anderzijds heb ik, toen ik een vaste baan had, een financiële buffer opgebouwd en leef ik vrij zuinig, dus zo veel hoeft er niet binnen te komen om in ieder geval rond te kunnen komen. Maar toch: hoe meer, hoe beter, want als freelancer zal ik toch echt zelf voor mijn pensioen en verzekeringen moeten zorgen en een beetje spaargeld hebben kan ook geen kwaad.

Daarnaast vind ik marketing en acquisitie best lastig. Hoe kom je aan nieuwe klanten, en vooral: hoe kom je aan de juiste klanten? Te vaak nog wil ik alles dat me wordt aangeboden maar aannemen om ervaring op te doen en voor inkomen te zorgen. Maar zoals ik al eerder schreef in dit artikel over de ideale klant, is het als vertaler beter om je te specialiseren. Ondanks dat ik het moeilijk vind, beleef ik plezier aan het zoeken naar nieuwe klanten en vind ik het leuk om me te verdiepen in het onderwerp marketing.

Zoals gezegd vind ik het fijn om thuis te werken, maar ik wil er wel voor zorgen dat het niet te eenzaam wordt. Ik spreek daarom regelmatig af met vrienden en familie en ik geef een paar uur per week bijles aan een brugklasleerling. Dit is zowel een hobby als een bijbaantje. Ik vind het leuk om bijles te geven, ik kom mijn huis uit en ik verdien er ook nog eens wat mee.

Het antwoord op de vraag of ik het freelancen goed heb ingeschat is ja. De voordelen wegen op tegen de nadelen. Dat brengt me bij mijn laatste punt, het grootste voordeel. Dat is het werk zelf. Ik vind vertalen heel erg leuk en ik ben van plan dit nog heel lang te blijven doen. Want zoals een bekend gezegde van Ghandi luidt: wie doet wat hij leuk vindt, hoeft nooit meer te werken.

Breng structuur aan in je bedrijf met een ondernemingsplan

Door Sigrid Kauffman, WerkAdvies

Veel ondernemers en managers denken dat (ondernemings)plannen geschreven worden voor derden. Bijvoorbeeld de bank, het UWV, de gemeente, risico-investeerders of de directie. Mijn mening is dat je een plan schrijft voor jezelf.

Je schrijft het plan om structuur aan te brengen in je ideeën en activiteiten. Ook schrijf je een plan om je voor te bereiden op gesprekken met anderen. Hoe duidelijker je je verhaal kunt vertellen, hoe sneller je aan klanten, contacten en relaties komt. Uit je plan blijkt ook of er financiering nodig is om je ideeën uit te voeren. In veel gevallen is financiering niet eens nodig. Maar wat moet je nou doen om meer te halen uit je bedrijf dankzij een goed ondernemingsplan?

Hoe schrijf je een goed ondernemingsplan?

  • Gebruik een structuur die je helpt om aan alle belangrijke aspecten van je bedrijf te denken, zoals beschreven onder “Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een ondernemingsplan”.
  • Bouw je plan logisch op; de ene stap volgt op de andere.
  • Onderbouw zaken, doe onderzoek; verkoop geen lucht; je bent er straks zelf de dupe van!
  • Praat met allerlei mensen, vrienden, bekenden en deskundigen over je plannen.
  • Aarzel niet om anderen bij je plannen en ideeën te betrekken. Niet het idee, maar de ondernemer en het idee samen zijn uniek!

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een ondernemingsplan? 

Een ondernemingsplan begint bij de omschrijving van de ondernemer: wat is je achtergrond, waar liggen je sterke en zwakke kanten, en waarom wil je ondernemen?

Naast je persoonlijke gegevens is het ook belangrijk om een goed inzicht te krijgen in je huidige financiële privésituatie. Uit het plan zal namelijk moeten blijken of dat je bedrijf voldoende winst na belasting overhoudt om van te kunnen leven.

Daarna volgt een duidelijke beschrijving van je bedrijfsidee, het bedrijfsproces en de markt. Hier leg je duidelijk uit wie je klanten zijn, welke producten en/of diensten je levert, hoe je producten en/of diensten je aanbiedt en wat je ervoor moet doen om de producten en/of diensten te kunnen leveren.

Uit je bedrijfsidee blijkt welke investeringen en voorzieningen er nodig zijn om je plannen te realiseren. Ook zie je zo hoe je plannen het beste kunt financieren.

Om aan te tonen dat je bedrijf levensvatbaar is, maak je een exploitatiebegroting. Hierin geef je voor de komende drie jaar aan welke kosten je kunt verwachten bij de uitvoering van je bedrijfsidee. Het is belangrijk dat je de opgestelde exploitatiebegroting vergelijkt met branchecijfers. Deze cijfers vind je onder andere op de websites van de Kamer van Koophandel, banken, Centraal Bureau van de Statistiek en brancheverenigingen.

Als laatste maak je een liquiditeitsbegroting. Dit doe je om te beoordelen of je de te verwachte kosten ook kunt betalen en op welk moment je het beste uitgaven kunt doen.

Periodiek onderhoud 

Natuurlijk veranderen de omstandigheden van je bedrijf en de markt regelmatig. Bovendien heeft een ondernemingsplan alleen nut als je het gebruikt als plan van aanpak. Daarom raad ik je als ondernemer aan elk jaar je ondernemingsplan opnieuw door te nemen, bij te stellen en ervan te leren.

Heel veel succes.


Noot van de redactie
Willen jullie meer weten over dit onderwerp? Sigrid Kauffman van WerkAdvies geeft op maandag 18 november van 19 tot 22 uur een workshop Ondernemingsplan maken in Eindhoven. Meer informatie hierover vind je op de website van WerkAdvies.

Afrikaanse literatuur, wat is dat?

Door Marthe Dijk

Elke te vertalen tekst brengt bepaalde vertaalproblemen met zich mee. Het ene probleem is sneller opgelost dan het andere. Sommige problemen zijn specifiek voor de tekst, andere zijn veelvoorkomend in het genre van de tekst. Het vertalen van literatuur kent andere problemen dan het vertalen van een juridisch stuk. Literatuur zelf kan ook weer opgedeeld worden in kleinere groepen. In de komende edities van Vertalersnieuws zal ik ingaan op de specifieke vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur. Nu zal ik eerst het begrip ‘Afrikaanse literatuur’ verder toelichten.

Afrikaanse literatuur is een begrip waar helaas geen eenduidige definitie voor te geven is. Is het literatuur uit Afrika? Veel schrijvers wonen niet in Afrika, maar hebben nog wel een Afrikaanse nationaliteit. Literatuur over Afrika? Dit zou betekenen dat een verhaal geschreven door een Afrikaanse auteur dat zich afspeelt buiten Afrika niet zou vallen onder Afrikaanse literatuur. Literatuur geschreven in een Afrikaanse taal? De meeste boeken worden geschreven in het Engels of het Frans, de koloniale talen. Enige verheldering is dus van toepassing.

Koloniaal erfgoed

In de eerste postkoloniale jaren werd er voornamelijk in het Engels of Frans geschreven door Afrikaanse schrijvers die in Europa of de VS hadden gestudeerd. Hun teksten waren een antwoord op Europese schrijvers en critici. Maar al snel ontstond er een tegenbeweging, onder leiding van Ngugi wa Thiong’o, die vond dat het schrijven in de koloniale talen een vorm was van neokolonialisme en dat literatuur geschreven in een Europese taal moest vallen onder Europese literatuur. Zij propageerden het gebruik van Afrikaanse talen. Hier was Chinua Achebe, `de vader van de Afrikaanse literatuur´, het niet mee eens. Achebe schrijft in het Engels, maar zegt dat hij het Engels aanpast aan zijn Afrikaanse achtergrond door deze Europese taal te doorspekken met Afrikaanse cultuur en Afrikaanse begrippen. Op deze manier kan hij de taal gebruiken voor zijn creatieve uitingen. Hierdoor zijn het Engels en het Frans in dit geval geen Europese talen meer, maar worden het Afrikaanse talen.

Het doelpubliek 

In de discussie over de meest geschikte taal voor Afrikaanse literatuur speelt ook een tweede overweging, namelijk het doelpubliek van de tekst. Nederlandse literatuur wordt voornamelijk geschreven voor Nederlanders. Maar Afrika is geen land. Het is een continent waar meer dan 2.000 talen gesproken worden. Als Afrikaanse literatuur geschreven moet worden voor een Afrikaans publiek, in welke taal schrijf je dan? Ook al zijn het Engels of het Frans van oorsprong geen Afrikaanse talen, met deze talen bereik je waarschijnlijk wel het grootste Afrikaanse publiek.

De schrijver als vertaler

Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat schrijvers die ervoor hebben gekozen om in het Engels of het Frans te schrijven, zeer waarschijnlijk niet in hun moedertaal schrijven. Zij zullen het verhaal dat zij in hun hoofd hebben geformuleerd direct moeten omzetten in een andere taal. Kwaku Gyasi noemt dit ook wel vertalen zonder brontekst. De schrijvers hebben dus al bepaalde strategieën toegepast om hun verhaal in de doeltaal te laten passen. Hier kan een vertaler gebruik van maken. Daarbij moet de vertaler volgens Gyasi niet alleen taalkundige kennis bezitten, maar de context van de Afrikaanse literaire tekst ook kunnen begrijpen.

Het is duidelijk dat een omschrijving van het begrip Afrikaanse literatuur niet makkelijk te geven is. Dit heeft onder andere te maken met het koloniale verleden, de geografische oppervlakte van het gebied en het enorme aantal Afrikaanse talen. Al deze factoren spelen een rol bij de vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur. In de volgende editie zal ik verder ingaan op deze specifieke vertaalproblemen.


Bronnen

Achebe, Chinua. “English and the African Writer.” Transition 18 (1965): 27-30.
Bossema, Wim. “Ngugi: 'Jullie laten onze Afrikaanse talen doodgaan!'” de Volkskrant, 23 juli 2013.
Gyasi, Kwaku A. “Translation as a Postcolonial Practice: the African Writer as Translator.” In: Granqvist, Raoul. J., ed. Writing Back in/and Translation. Wien: Peter Lang, 2006. 103-18.

donderdag 26 september 2013

Coöperatieve tolk- en vertaaldiensten

Door Sigrid Lensink-Damen

Tolken Select heeft een coöperatie opgericht voor tolken en vertalers, zodat zij rechtstreeks met de opdrachtgevers hun opdrachten kunnen regelen voor betere tarieven. Daar is de tijd rijp voor, vindt Tolken Select. De filosofie: van frustratie naar inspiratie en realisatie.

Initiatief

Sinds de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) is ingegaan, zijn de eisen aan tolken en vertalers flink verzwaard. “De behoeften en signalen uit het werkveld van tolken, vertalers en opdrachtgevers rondom professionalisering, opleiding en ontwikkeling van tolken en vertalers in het vak, zijn het startpunt geweest tot het opzetten van Tolken Select,” aldus Anita Meijer op de website van Tolken Select. Ze richtte het bedrijf in 2010 op.

Tussenpersonen

In gesprekken met tolken en vertalers werd het Tolken Select duidelijk dat er veel onvrede heerst over de huidige gang van zaken met tussenpersonen of bemiddelingsbureaus. Deze bureaus romen de winst van de uitgezette opdrachten grotendeels af, zodat de prijzen voor de tolken en vertalers onduidelijk en onbevredigend zijn geworden.
Tolken Select breidde daarom zijn werkzaamheden uit met Tolken Select Coöperatie U.A.

Piraterij

De coöperatie heeft zich tot doel gesteld de rol van de bemiddelaars over te nemen en een transparanter bedrijfsmodel daarvoor in de plaats te zetten.
“Een model, waarin het beste voor iedereen kan worden bereikt, waarin voor iedereen genoeg is. Piraterij in de branche,” blogt Bart van der Meij van Pulsar Partners, een onderneming die samen met Tolken Select heeft gekeken naar een werkend model. De “piraterij” is niets meer dan het initiatief weer in eigen hand nemen. Van der Meij denkt dat huidige spelers op de markt daar wel eens zenuwachtig van zouden kunnen worden en het nieuwe initiatief met argusogen zullen bekijken. In bedrijfstermen is deze piraterij voordelig, omdat er nieuwe kansen worden gecreëerd, efficiënter wordt gewerkt en de branche uiteindelijk beter af is.

Voordelen voor tolken en vertalers

Dit klinkt allemaal mooi en geweldig, maar wat zijn nou de echte voordelen voor tolken en vertalers die zich bij de coöperatie aanmelden? Tolken Select noemt er zes:
  1. Samen sterker
  2. Hogere tarieven
  3. Kwaliteitsverbetering en opleiding
  4. Inspraak in ondernemen
  5. Delen in de winst
  6. Geen risico

Doordat de coöperatie een netwerk is van professionele tolken en vertalers kun je gemakkelijker grote opdrachten binnenslepen. Hoe meer volume, hoe meer winst, waar jij rechtstreeks van profiteert. De coöperatie biedt opleidingen aan en je kunt werken aan je PE-punten, allemaal makkelijk centraal geregeld. Als lid van de coöperatie denk en praat je mee over de koers van de coöperatie. Jouw wensen worden dus gehoord.

Wel dien je bij je aanmelding eenmalig 500 euro in te leggen, waarmee je volledig stemrecht krijgt en deelt in de winst. Zeg je je lidmaatschap op, dan krijg je dat geld gewoon terug. Het idee hierachter is dat je uiteindelijk geen enkel risico loopt. Je wordt er financieel waarschijnlijk zelfs beter van (ook omdat je in de winst van de coöperatie deelt).

Als de coöperatie je wat lijkt, ga je voor meer informatie naar de website van Tolken Select.

Bronnen:
Tolken Select
Blog van Bart van der Meij van Pulsar Partners

vrijdag 6 september 2013

Facturen betaald krijgen

Door Sigrid Kauffman, WerkAdvies 

Van de koppen in de kranten word je als ondernemer ook niet altijd vrolijk. Het aantal faillissementen blijft stijgen en duidelijkheid over de zelfstandigenaftrek is er nog niet. Vaak zijn oninbare facturen de hoofdoorzaak van het faillissement. Volgens de cijfers van PostNL bij wel een kwart van de gevallen. In dit artikel geef ik je tips en wijs ik je op de mogelijkheden die je hebt om facturen te innen.

Betalingstermijnen, incassokosten en wettelijke rente 

Vanaf 16 maart 2013 ben je als ondernemer wettelijk verplicht om 30 dagen nadat de klant de factuur heeft ontvangen, de klant kosten in rekening te brengen. De vergoeding is een percentage van de factuur. Het minimumbedrag van de vergoeding is € 40. Is je klant een bedrijf, dan kun je in een overeenkomst hiervan afwijken. Geen overeenkomst, dan geldt de wettelijke regeling. Daarnaast mag je wettelijke rente in rekening brengen. Op dit moment is de rente voor bedrijven 8,5% en voor consumenten 3%. Mijn tip hierbij is: check bij je opdrachtgever of de factuur is ontvangen en blijf in gesprek.

Tips om facturen sneller betaald te krijgen 

Bespreek in het offertestadium de voorwaarden waaronder jij werkt. Laat je betalingsvoorwaarden ook terugkomen in je offerte en algemene voorwaarden. Probeer waar mogelijk af te spreken dat je aan de opdracht begint nadat de factuur is voldaan. Werk je met klanten die enkel achteraf betalen, verstuur je factuur dan op de dag dat je de opdracht afrondt. De factuur later versturen betekent ook dat de betalingstermijn vooruit geschoven wordt.

Houd contact met je klant, vraag op de dag dat de betalingstermijn verstrijkt of de klant nog steeds tevreden is en herinner hem of haar aan de openstaande factuur. In het kader van relatiebeheer heb je dan ook meteen de mogelijkheid om te achterhalen of er nog onduidelijkheden zijn en wellicht hebben ze nog een nieuwe opdracht voor je klaar liggen.

Uit de praktijk blijkt dat telefonisch aanmanen beter werkt dan aanmanen per mail of post. Je hebt dan namelijk direct contact en kunt meteen heldere afspraken makent. Als je er voor kiest om schriftelijk een aanmaning te sturen, weet dan dat je niet verplicht ben om er eerste aanmaning op te zetten. Het kan gebeuren dat je klant aannneemt dat er eerst nog een aanmaning komt voordat je juridische stappen onderneemt.

Als het je niet lukt om achter onbetaalde facturen aan te gaan, schakel dan de hulp in van een boekhouder of een goede collega.

Laat een openstaande facturen niet te lang liggen, doe er alles aan om hem betaald te krijgen. Mocht de factuur uiteindelijk niet betaald worden, schakel dan een incassobedrijf in. Veel incassobedrijven zijn zo ingericht dat niet alleen streven naar het innen van facturen maar ook gaan voor behoud van een goede relatie tussen klant en opdrachtgever.


Bronnen
Antwoord voor bedrijven
wettelijkerente.net 
www.wettelijke-rente.com 
De Nederlandsche Bank

Voer voor letterkundigen vertalers en andere nieuwsgierigen: ruim duizend 17de- en 18de-eeuwse brieven online

Persbericht 

6 september 2013 

Alledaags taalgebruik van Nederlandse zeelieden en thuisblijvers 

 

Op 5 september is een verzameling van ruim duizend 17de- en 18de-eeuwse brieven online beschikbaar gekomen via http://brievenalsbuit.inl.nl. De brieven zijn geschreven tussen Nederlanders in verre oorden, waaronder zeelieden, en thuisblijvers. De verzameling brieven is interessant voor historici en taalkundigen, omdat het een schat aan informatie bevat over alledaags taalgebruik uit die tijd. 


In het project Brieven als Buit zijn onder leiding van prof. dr. Marijke van der Wal de brieven taalkundig onderzocht aan de Universiteit Leiden. Daar is de collectie ook handmatig overgetikt (getranscribeerd) door vrijwilligers. Op het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) is vervolgens allerlei taalkundige informatie toegevoegd, zoals spelling en woordsoort. Die informatie maakt de teksten beter te doorzoeken. Vanaf nu is de gehele taalkundig bewerkte collectie online beschikbaar.

Taal van gewone mensen 

Het bijzondere aan de collectie is dat het ongepolijst taalgebruik bevat van gewone mensen uit de 17de- en 18de eeuw. De meeste historische teksten zijn namelijk afkomstig van geletterden die volgens de schrijftaalnorm schreven. Dat geldt niet voor deze brieven. De taal van deze briefschrijvers bevat talloze spellingen, woorden en zinsconstructies die nauw aansluiten bij het mondelinge taalgebruik van toen.

Meer dan honderd spellingen 

Het woord kapitein bijvoorbeeld, komt wel in meer dan honderd spellingen voor. Onder andere als captijen, kappeten en katyn. Een ander voorbeeld is bootsman, dat ook als bosman en boosman werd gespeld. Bij de taalkundige bewerking zijn de moderne spellingen kapitein en bootsman aan de oude spellingvarianten gekoppeld. In de gisteren gelanceerde zoekapplicatie kunnen alle oude spellingvarianten in één keer worden opgevraagd, door te zoeken op het hedendaagse lemma kapitein of bootsman.

Over het INL, Schatkamer van de Nederlandse taal


Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) is de plek voor iedereen die op zoek is naar informatie over woorden en hun betekenis, spelling en gebruik door de eeuwen heen. Het INL verzamelt, beschrijft en bestudeert de Nederlandse taal en woordenschat in de ruimste zin van het woord.

--
Dit was een persbericht van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) . Vertalersnieuws is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit persbericht.

maandag 26 augustus 2013

Praten over taal

Door Mariëtte van Drunen

Als redacteur en columnist van Vertalersnieuws vind ik het ook wel eens leuk een ander over taal te laten praten. Laat nou een van mijn voormalig docenten van De Vertaalacademie in Maastricht -die dit keer ook een leuke bijdrage levert aan Vertalersnieuws- een heel leuke blog over taal hebben. Die wil ik jullie zeker niet onthouden. 

Taalpraat

In Taalpraat schrijven mijn voormalig docent Marcel Lemmens, die tegenwoordig onder meer bekend is van Teamwork Vertaalworkshops, en zijn vrouw Corejanne, die taaltrainingen in het Frans geeft, leuke en interessante columns over taal.

Voor ieder wat wils

De onderwerpen variëren van columns over taalgebruik in de krant, op televisie en op straat tot overpeinzingen over lastige spellingskwesties en grappige sketches van Marcel en Corejanne. In de rubriek Bij de koffieautomaat staan droge dialogen om je werkweek lachend mee te beginnen. In de categorie Nieuwe betekenis kun je op de hoogte blijven van de bijzondere nieuwe betekenissen die sommige woorden krijgen. En je kunt op verschillende manieren zoeken welke column je eerst of verder nog wilt lezen, tot een ware ‘taalpraatwolk’ aan toe.

Meepraten

Wat ook leuk is: je mag meepraten. Reacties worden onder de columns weergegeven. Soms denken de lezers mee en doen ze er nog een schepje bovenop ook. Soms zijn het gewoon recensies van de column. Welke van de twee je ook verkiest, hier kun je makkelijk een interessante discussie over taal aangaan. Echte taalpraat dus. Ik ben voor. Ik ga eens kijken waar ik begin (misschien iets over mode…). Doen jullie mee?

Taalpraat is te vinden op http://taalpraat.nl.

Krachtige woorden

Door Marcel Lemmens

Gebruik jij in je teksten en vertalingen woorden zoals aangaande, alsmede, alvorens, behoudens, bijgevolg, derhalve, geschieden, hangende, hetgeen, jegens, krachtens, niettegenstaande, omtrent, ten gevolge van, tevens, vooralsnog en voornemens? Of vermijd je ze ten koste van alles en kies je liever eenvoudigere woorden?

Ouderwets 

Als je Nederlands als werktaal hebt, en je dus in het Nederlands vertaalt of Nederlandse teksten schrijft, dan zul je bovenstaande woorden misschien ouderwets en oubollig vinden. En dat is in de meeste gevallen ook zo. Alsmede betekent meestal gewoon ook, alvorens kan vaak goed worden vervangen door voordat, en hetgeen is hetzelfde als wat. Als je van helder, ongecompliceerd Nederlands houdt, dan vermijd je in principe dergelijke bombastische, juridisch ogende woorden en gebruik je liever de eenvoudigere alternatieven.

Zwart-wit 

Toch is het in mijn ogen ('mijns inziens') niet zo zwart-wit. Er zijn wel degelijk situaties, en niet alleen in juridische teksten, waarin bovengenoemde woorden nuttig zijn. Dat kan komen doordat ze simpelweg goed passen in een omgeving waarin meer van dat soort woorden voorkomen, of omdat ze gewoon heel functioneel zijn. Tijd voor een paar voorbeelden.

Voorbeeld 1: omslachtige formulering 

Ik werkte onlangs aan de vertaling van een formeel rapport met veel verwijzingen naar wetten, zoals de 'Wet inzake de luchtverontreiniging'. Ik weet niet hoe het met jou is, maar als ik een tekst heb met veel van dat soort woorden, dan ben ik eerder geneigd inzake te gebruiken waar een ander voorzetsel net zo goed past. Zo had ik in een eerste versie van mijn vertaling het volgende fragment: 'het overheidsbeleid inzake werkgelegenheid'. In mijn revisie veranderde ik dat in 'het werkgelegenheidsbeleid van de overheid'. Maar wat doe je met de volgende formulering: 'het beleid inzake alleenstaande minderjarige asielzoekers'? Ik worstelde ermee en kwam met geen beter alternatief dan met betrekking tot. Die uitdrukking dekt weliswaar dezelfde lading, maar is in mijn ogen geen verbetering. Het is een omslachtige formulering van de betekenis van inzake. Ik besloot dus inzake te laten staan.

Voorbeeld 2: minder specifiek 

In het januarinummer van Voetbal International zag ik de volgende kop: ”Emanuelson en Allegri betreuren racisme jegens Boateng”. En op de website forum.nl kwam ik de volgende zin tegen: ”De houding van de autochtone bevolking jegens minderheden en met name moslims is negatiever geworden en de sociale spanningen tussen allochtone en autochtone Nederlanders zijn toegenomen.” Veel voorvechters van moderne, eenvoudige taal zullen een woord als jegens willen vermijden. Maar is dat altijd terecht? Het is een effectief, krachtig woord met een heel specifieke betekenis. Waarom zou je je in allerlei bochten wringen om diezelfde betekenis met andere, minder specifieke of minder duidelijke woorden weer te geven?

Voorbeeld 3: naamvallen 

Kijk even mee naar het volgende voorbeeld uit de NRC: ”Thuiswonende studenten krijgen nu nog 95,61 euro per maand als basisbeurs, studenten op kamers 266,23 euro. Daarnaast krijgen studenten wier ouders weinig verdienen nog de aanvullende beurs, een extra toelage afhankelijk van het inkomen van hun ouders.” Het gaat mij hier om wier, een van de weinige woorden in de Nederlands waarin een oude naamval nog zichtbaar is. Een nuttig woord, omdat het zorgt voor een heel beknopte en precieze terugverwijzing. Zoals je weet, zijn de meeste naamvallen in het Nederlands verloren gegaan. Toch heeft een woord als wier de tand des tijds doorstaan. Nog wel, ook al weet niet iedereen meer hoe het precies moet worden gebruikt. Veel taalgebruikers gebruiken bijvoorbeeld wiens in plaats van wier, ook als het gaat om een antecedent in het meervoud; zoek voor de grap maar eens "de mensen wiens" op Google. Ik gebruik wier graag in gevallen waar alternatieven omslachtig zijn.

Functioneel 

Het is gemakkelijk om te zeggen dat je woorden zoals in de eerste paragraaf hierboven moet vermijden, maar dat standpunt is te zwart-wit. Sommige komen misschien een tikkeltje ouderwets over, maar ze hebben wel een heel precieze betekenis en kunnen heel efficiënt en functioneel zijn. Het belangrijkste is dat je woorden kiest die passen bij de stijl van de tekst en die de boodschap het beste overbrengen. Het is vervolgens aan jou om je keuzes aan je klant te verantwoorden.

Hoeders van de taal 

Ik zou het jammer vinden als woorden als inzake, jegens en wier zouden verdwijnen. Maar uiteraard heb ik daar helemaal niets over te zeggen. Het zijn alle taalgebruikers samen die bepalen welke woorden wel en welke niet in de Nederlands behouden blijven. Het enige wat wij vertalers kunnen doen, is ze op een functionele manier inzetten en daarmee laten zien dat ze nuttig zijn. Daarmee leveren wij een bijdrage aan de kracht van onze taal.

Marcel Lemmens is vertaler, redacteur, organisator van nascholingscursussen en taalliefhebber. Kijk voor meer informatie op zijn websites:
  • www.marcellemmens.nl (zakelijke website) 
  • www.taalpraat.nl (taalblog van Marcel en Corejanne Lemmens met wekelijkse bijdragen over opvallend taalgebruik; met gratis abonnement en mogelijkheden voor gastartikelen) 
  • www.teamwork-vertaalworkshops.nl (Marcel organiseert samen met Tony Parr al meer dan 20 jaar nascholingscursussen voor zakelijk vertalers)

vrijdag 9 augustus 2013

Goed schrijven

Door Silvie van der Zee

Als vertaler krijg ik dagelijks veel zakelijke teksten onder ogen, de een beter geschreven dan de ander. In een tijd waarin veel gewerkt wordt met online video’s en waarin we proberen al onze zinnen korter dan 140 karakters te maken zodat de boodschap geschikt is voor social media, rijst de vraag of goed schrijven nog wel belangrijk is. Ja! Waarom? Dat lees je hieronder.

Wat is goed schrijven?

Goed schrijven betekent dat je tekst aan een aantal voorwaarden voldoet:
Een goed geschreven tekst is duidelijk. Er mag geen verwarring ontstaan over wat er bedoeld wordt. Verder is een goede tekst gestructureerd: er is een duidelijke introductie, een middenstuk en een slot. Als je hiervan afwijkt, raken lezers in de war. Gebruik ook kopjes, dat maakt het makkelijker om een tekst te scannen.
Maak je tekst niet te lang. Je kent ze wel, van die mensen die heel veel praten, maar weinig zeggen. Dat geldt ook voor teksten. Goed schrijven is veel schrappen: kill your darlings. De boodschap moet duidelijk zijn zonder al te veel poespas er omheen.
Tenslotte geeft een goed geschreven tekst de lezer een goed gevoel. Als jouw tekst een salestekst is, moet de lezer na het lezen ervan het gevoel hebben jouw diensten of producten te willen kopen. Is jouw tekst informatief, dan heeft de lezer als het goed is het gevoel meer te weten over het onderwerp door het lezen van jouw tekst.

Waarom is dit alles zo belangrijk?

Lezers willen geen teksten vol spelfouten of een tekst met inhoud die nergens op slaat. Lezen kost tijd en tijd is kostbaar, dus willen lezers hun tijd zo nuttig mogelijk besteden. Bovendien is een goed geschreven tekst een teken van kwaliteit. Als je foutloos schrijft en waardevolle informatie verstrekt, ziet de lezer jou als betrouwbaar, een expert op jouw vakgebied.
Kijk even naar jezelf. Doe je liever zaken met betrouwbare mensen die weten waar ze het over hebben of met de eerste de beste leverancier die toevallig in de buurt woont? Precies! Betrouwbaarheid en expertise leveren meer klanten op. Nog beter: tevreden klanten vertellen het door. En wat is er nu beter dan mond-tot-mondreclame?

Een goed geschreven tekst is ook de beste manier om je boodschap over te brengen. Spelfouten, grammaticale fouten en inhoud die niet direct bijdraagt aan de boodschap zijn storende ruis. Je schrijft een tekst met een doel, en dat doel kan alleen gehaald worden als de tekst in orde is. Als jouw boodschap verdrinkt in allerlei bijzaken, zal de klant niet weten waar de tekst nu eigenlijk over gaat en, erger nog, wat jij voor hem kunt doen! Om klanten aan te trekken, moet je ze precies vertellen waarom jij ze kunt helpen. Maak het je lezers gemakkelijk, zorg ervoor dat ze niet zelf hoeven te zoeken naar een speld in een hooiberg. Kortom, een duidelijke boodschap betekent meer klanten.

Maar hoe schrijf je dan een goede tekst?

Begin met veel lezen. Lees alles wat los en vast zit: van nu.nl tot de nieuwe Nicci French en van De Telegraaf tot websites van bedrijven. Door het lezen krijg je een goed gevoel voor spelling en grammatica, en als je veel salesteksten leest, merk je vanzelf wat wel en niet werkt. Ga hierbij vooral op je eigen gevoel af.
Verder: oefenen, oefenen, oefenen. Zet eens wat op papier. Het hoeft niet perfect of zelfs goed te zijn. Begin gewoon. Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt. Oefening baart kunst.

Is schrijven toch niet jouw ding? Aarzel dan niet om hulp in te schakelen. Er zijn heel veel professionals op het gebied van schrijven en redactie. Het is hun werk om de perfecte tekst voor jou te schrijven. Laat dat waar je niet goed in bent aan anderen over, zodat je je kunt richten op de dingen waar je wel goed in bent.

Bronnen:
Travel Bloggers Association
Wervende teksten

De Talenreis: Kunsttalen

Door Sigrid Lensink-Damen

In deze aflevering van de Talenreis neem ik je mee over de grens van de werkelijkheid naar de wereld van de imaginaire en kunsttalen. Wat zijn kunsttalen en wie spreekt die talen eigenlijk, behalve de maker?

Definitie

Wie de term ‘kunsttaal’ hoort, denkt al snel aan computers, fantasyschrijvers of nerds die het spel Dungeons and Dragons spelen en er helemaal in op gaan. Maar het gebied van de kunsttaal is breder. Kunsttalen zijn inderdaad verzonnen of samengesteld door één persoon of een groep mensen, maar er bestaan enkele duizenden (!) kunsttalen. Een reden om een kunsttaal te ontwikkelen is bijvoorbeeld om het contact tussen culturen en volkeren te bevorderen. Een andere reden is wetenschappelijk: om structuren van een natuurlijke taal te testen en daaruit conclusies te trekken over de wetmatigheden in een taal. Iemand die een kunsttaal ontwerpt of ontwikkelt, heet een ideolinguïst.

Categorieën

Kunsttalen kunnen onderverdeeld worden naar doel of naar bronmateriaal. De eerste categorie levert de volgende lijst op: artistieke talen, internationale hulptalen, conceptuele talen, gereconstrueerde talen en computertalen. Verderop in dit artikel zal ik enkele voorbeelden geven.

De tweede categorie (indeling naar bronmateriaal) is in te delen in a priori-talen en a posteriori-talen. A priori-talen zijn talen die uit de fantasie van de maker komen. Het Quenya van de schrijver J.R.R. Tolkien is daar het bekendste voorbeeld van. Maar ook gebarentaal, filosofische en andere onspreekbare talen horen tot deze categorie.

A posteriori-talen zijn kunsttalen waaraan een natuurlijke taal of kunsttaal ten grondslag ligt. Zo ontstaan er talen die een mix zijn van verschillende talen, zoals het Esperanto en het Folkspraak (gebaseerd op Germaanse talen). Omgekeerd zijn er ook talen ontwikkeld die zich baseren op een deel van een natuurlijke taal, zoals het Basic English.

Ook standaardtalen (talen die door een regering gestandaardiseerd zijn) worden tot de a posteriori-talen gerekend. Het Hebreeuws en het Nynorsk zijn voorbeelden van een standaardtaal. Je kunt zeggen dat een standaardtaal een tot kunsttaal verstarde natuurlijke taal is.

Sapir-Whorfhypothese

Niet alle kunsttalen worden ontworpen om een personage in een (fantasy- of science fiction) boek of film van eigenheid te voorzien. Er zijn ook conceptuele talen die worden gemaakt voor de wetenschap. Conceptuele of logische talen worden gebouwd om een taalkundige hypothese te testen, of om de structuur van een taalsysteem te ontleden.

Het bekendste voorbeeld daarvan is de Sapir-Whorfhypothese. De taalkundigen Edward Sapir en Benjamin Lee Whorf stellen dat de taal die we spreken invloed heeft op hoe we denken over de werkelijkheid. Een Nederlander denkt dus anders dan een Rus of een Chinees, gewoon, omdat hij een andere taal spreekt. Vertalers zijn dan bij uitstek mensen die een brug tussen de verschillende denkwijzen kunnen vormen; ik als vertaler en Slavist ervaar dat in ieder geval wel zo.

Artistieke talen

De boeiendste categorie binnen de kunsttalen is die van de artistieke talen. Althans, dat vind ik. Hoe leuk, maar ook hoe moeilijk, moet het zijn om een eigen taal tot leven te wekken, zoals het Klingon (van de serie Star Trek), het Quenya en het Sindarijns (beide uit de boeken van J.R.R. Tolkien).

Vorlin en Verdurisch

Er zijn twee kunsttalen tot in de kleinste details uitgewerkt: het Vorlin en het Verdurisch.

Het Vorlin is bedacht door de Amerikaan Rick Harrison, redacteur van een tijdschrift over kunsttalen. Hij wilde de optimale internationale hulptaal maken en begon in 1991 aan het Vorlin. Hij zocht naar een mix tussen eenvoud en esthetiek, maar de taal moest ook grammaticaal werkbaar zijn. In 1997 gaf hij de poging tot het creëren van een optimale taal op, maar het Vorlin kan nog op veel steun rekenen. Het project loopt nog steeds.

Het Verdurisch is een taal die oorspronkelijk door de Amerikaan Mark Rosenfelder werd ontwikkeld voor het eerder genoemde spel Dungeons and Dragons. Het Verdurisch wordt gesproken in Verdurië op de wereld Almea (lijkend op aarde). Het Verdurisch is volledig uitgewerkt, met een taalfamilie, uitgestorven voorlopers (het Cadhinor) en een proto-taal. Het heeft dialecten en aftakkingen. Er bestaan op Almea zelfs andere taalfamilies waardoor het Verdurisch is beïnvloed. Daarnaast is de grammatica en de fonetiek tot in detail beschreven en zijn er cursussen.

Tot slot


Tolkien draagt het gedicht Namarië op in het Quenya


Hamlet in het Klingon (eigenlijke stuk begint bij 4.19)

Wat heeft jouw voorkeur?

Dit was de laatste aflevering van De Talenreis. Ik wens je een goede vaart en Qapla’!

Wil je De Talenreis nog eens nalezen, voer dan de zoekterm ‘talenreis’ hierboven in. Je kunt ook naar DamenVaria gaan. Daar staan alle afleveringen overzichtelijk op een rij.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Kunsttaal (wikipedia)
Esperanto (wikipedia)
Lijst van kunsttalen (wikipedia)
Invented Languages
Logische taal (wikipedia)
Sapir-Whorfhypothese (wikipedia)
Vorlin (eigen website)
Verdurisch of Verdurian
Verdurisch (wikipedia)
Vorlin (wikipedia)

Time management, of de kracht van nee

door Mariëtte van Drunen

Deadline. Wat een rotwoord. Alsof je dood gaat als je niet binnen de lijn blijft. Gelukkig is het zo erg meestal niet, maar soms kan een te grote hoeveelheid naderende deadlines, of de naderende deadline van een grote klus, wel voelen als een dodelijke stressverwekker.

Sinds ik voor het eerst als vertaler begon, heb ik al heel wat dingen geprobeerd om niet gek te worden van deadlines: van ’s nachts doorwerken tot leren om beter in te schatten hoe lang klussen duren, extra tijd vragen als je denkt dat je het misschien niet gaat redden en van alles daar tussenin.

Tegenwoordig schat ik klussen zo ruim mogelijk in en zoek ik ook naar samenwerkingspartners als ik een klus graag aanneem maar de doorlooptijd niet realistisch of net te krap vind. En het komt ook regelmatig voor dat ik een klus weiger omdat de deadline voor mij niet haalbaar is. Dat geeft lucht.

Laatst zei een vriend van me dat hij een briljante workshop time management had gehad: toen ze allemaal braaf aan tafel zaten, zei de workshopleider: deze workshop duurt wel vijftien seconden. Het enige dat jullie nodig hebben is namelijk één woord: nee. En dat was de workshop. Humor, maar ook een waarheid als een koe.

Deadline klinkt heel negatief, maar uiteindelijk gaat het erom dat je een realistische deadline afspreekt en nee zegt als iets niet haalbaar is. En dat je ook nee tegen de deadline zegt als iets gaandeweg niet haalbaar blijkt. Kwaliteit voor levertijd, zal ik maar zeggen. En dat noem ik dan weer time management.

vrijdag 12 juli 2013

Nieuwe voorzitter Vereniging van Schrijvers en Vertalers

[persbericht]

De Vereniging van Schrijvers en Vertalers, VSenV, heeft een nieuwe voorzitter gekozen: Maria Vlaar. Zij gaat zich de komende jaren inzetten om de positie van schrijvers, vertalers, journalisten en scenarioschrijvers in de veranderende wereld van uitgeverij, krantenbedrijf en media te versterken en hun belangen te behartigen. Dat is besloten tijdens de halfjaarlijkse algemene ledenvergadering op 8 juni jl.

Maria Vlaar is de opvolgster van Pierre Spaninks die al vele jaren bestuurlijke functies heeft vervuld binnen de VSenV en de afdelingen, de laatste 2 jaar als voorzitter. Hij blijft zich als zelfstandig journalist toeleggen op publicaties over ondernemers en ondernemen in het bijzonder voor De Nieuwe Pers.

Maria Vlaar (1964) was eerder onder meer redacteur bij De Bezige Bij, adjunct-directeur van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (een van de voorlopers van het Letterenfonds) en voorzitter van de SLAA, de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.
Sinds 2012 is zij freelance recensent en literair journalist, onder meer voor de Vlaamse kwaliteitskrant De Standaard, De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad en Boekblad, redacteur en adviseur voor diverse uitgeverijen en schrijvers, interviewer en moderator voor literaire festivals, en jurylid van de P.C. Hooftprijs.

De VSenV wordt gevormd door 3 afdelingen: de Vereniging van Letterkundigen VVL, de FreelancersAssociatie FLA, en het Netwerk Scenarioschrijvers.

----

Dit was een persbericht van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers. Vertalersnieuws is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit persbericht.

Proefleessoftware voor vertalers

Door Cas Jamin

Iedere professionele vertaler kent het belang van herhaaldelijk proeflezen om goede, consistente vertalingen te kunnen leveren. Onder tijdsdruk willen er nog wel eens formele fouten in een vertaling sluipen. Met speciale proefleesapplicaties voor vertalers kun je in ieder geval een deel hiervan snel opsporen en verbeteren.

TQA-tools

‘Translation Quality Assurance tools’, of kortweg ‘TQA-tools’, zijn computertoepassingen die de vertaler helpen bij het proeflezen. Ze wijzen je op mogelijke lacunes, inconsistenties, interpunctiefouten of problemen met opmaaktags. Het kan gaan om proefleesfuncties die in vertaalapplicaties zoals Trados en MemoQ ingebouwd zijn, maar ook om speciale programma’s zoals ErrorSpy, QA Distiller, ApSIC Xbench, FineQA, Verifika en CheckMate.

TQA-tools hebben tweetalige vertaalgeheugenbestanden als invoer nodig. Daarom worden ook losstaande TQA-tools altijd naast vertaalapplicaties zoals Trados en MemoQ gebruikt.

Volledigheid

Een TQA-tool attendeert je op segmenten (zinnen, alinea’s) die helemaal niet, of onvolledig vertaald lijken te zijn. Zo krijg je een seintje bij een zekere procentuele afwijking in lengte tussen bron- en doelsegment of een doelsegment dat grotendeels identiek is aan het bronsegment.

Consistentie

Daarnaast helpt de software je om de consistentie van je vertaling na te gaan. Identieke segmenten die verschillend vertaald zijn worden uitgelicht. Hetzelfde geldt voor afwijkingen van de terminologielijst.

Fouten

Bovendien wijst een TQA-tool je op mogelijk verkeerd overgenomen getallen of data, verschillen in opmaak tussen bron- en doelsegment, spelfouten en interpunctiefouten. Ook kan een TQA-tool bij softwarelokalisatieprojecten controleren of aan bepaalde technische eisen voldaan is, zoals een maximum aantal karakters per interface-element.

In het gebruik

Met TQA-tools spoor je snel allerlei formele fouten en onvolkomenheden in je vertalingen op, waar je anders gemakkelijk overheen leest. Hierdoor blijft er meer tijd over om je te richten op de inhoud. TQA-tools geven wel regelmatig vals alarm, maar daardoor kom je ook veel potentiële onvolkomenheden op het spoor. Dergelijke software kan bijvoorbeeld geen rekening houden met stijlkeuzes. Misschien geeft het programma aan dat een bepaalde zin of term inconsequent vertaald is, maar is een variatie in woordkeus juist gewenst. Door te spelen met de instellingen kun je het aantal meldingen terugbrengen tot een werkbaar niveau.

De software

Vertaalapplicaties zoals Trados, MemoQ en Déjà VuX hebben ingebouwde proefleesfuncties. Ze zijn niet altijd gemakkelijk te vinden en de mogelijkheden zijn beperkter dan bij de speciale TQA-software. In de documentatie kun je terugvinden wat er mogelijk is met jouw vertaalprogramma. Hieronder bespreek ik een aantal van de losse TQA-applicaties.

ErrorSpy

ErrorSpy (Windows) kwam in 2003 op de markt, en was het eerste programma dat geheel toegespitst is op het proeflezen van vertalingen. Het vindt onvolledig vertaalde segmenten, inconsistenties in terminologie, spelfouten, interpunctiefouten, problemen met tags en verkeerd overgenomen getallen. ErrorSpy Freelance Edition kost € 250.

QA Distiller

QA distiller (Windows) wordt sinds 2004 ontwikkeld door Yamagata Europe. Het programma spoort veel fouten op, biedt de nodige opties voor fijnregeling en de interface wijst zich vanzelf. Als verbeterpunt voor dit programma wordt genoemd dat het fouten in de bredere context van een hele alinea zou mogen laten zien. De freelance-versie met ondersteuning voor drie talen kost € 250. Voor elke aanvullende taal betaal je € 100 extra. Op de website kun je een proeflicentie aanvragen.

ApSIC Xbench 2.9 en 3.0

ApSIC Xbench 2.9 (Windows) wordt genoemd als een goed, gratis alternatief voor ErrorSpy of QA Distiller. Het is in de eerste plaats een programma om vertaalgeheugens en woordenlijsten te doorzoeken, maar het heeft ook de nodige TQA-functies. Xbench spoort veel van de fouten en inconsistenties op die ErrorSpy en QA distiller ook vinden, inclusief afwijkingen van een terminologiedatabank. Het programma laat een aantal interpunctie- en opmaakfouten liggen. Een duidelijk pluspunt is dat Xbench de gevonden tekortkomingen in hun bredere context laat zien. Het is ook het enige programma dat oplossingen voorstelt.

In de nieuwe, betaalde versie 3.0 zijn de TQA-functies verder doorontwikkeld. Ook ondersteunt deze versie meer bestandsformaten en Unicode. Voor een licentie betaal je € 100 per jaar. Deze versie kun je 30 dagen gratis uitproberen.

FineQA

Het vertaalbedrijf Tilti Systems stelt het Windows-programma FineQA gratis ter beschikking op zijn website. FineQA controleert vertalingen op spelfouten, interpunctiefouten, verkeerd overgenomen getallen, onvolledig vertaalde segmenten, inconsistenties en afwijkingen van de terminologiedatabank.

Verifika

Verifika (Windows) is een nieuwe speler op de markt van TQA-tools. Een groot pluspunt is dat je direct vanuit het programma correcties kunt aanbrengen in je vertaling. Je hoeft daarvoor niet terug naar je vertaalapplicatie. Ook kun je met de sneltoetsen snel door de gevonden fouten bladeren en correcties aanbrengen. Verifika attendeert je op lacunes, interpunctiefouten, spelfouten, verkeerd overgenomen getallen, problemen met opmaaktags, inconsistenties en afwijkingen van de terminologiedatabank. De freelance-versie, met ondersteuning voor drie talen naar keuze, kost € 90 voor gebruik op één computer en € 110 voor gebruik op twee computers. Voor aankoop kun je het programma 30 dagen gratis uitproberen.

CheckMate

CheckMate (Windows, Mac en Linux) is een gratis en open source TQA-tool. Vrijwilligers ontwikkelen het als onderdeel van het Okapi Framework, een bundel nuttige applicaties en plug-ins voor vertaal- en lokalisatieprojecten. CheckMate controleert vertalingen onder andere op herhaalde woorden, interpunctiefouten en onvolledig vertaalde segmenten. De mogelijkheden zijn vooralsnog beperkt in vergelijking met de (semi-)commerciële tools. Zo zijn controles van terminologie en de algehele consistentie nog niet geïmplementeerd. In de toekomst zou CheckMate kunnen uitgroeien tot een volwaardige TQA-tool.

Conclusie

Een TQA-tool is een handige toevoeging aan het gereedschap van de vertaler of corrector. Formele fouten en inconsistenties worden zo sneller opgemerkt dan met alleen proeflezen. Daardoor blijft er meer tijd over om je te richten op de inhoudelijke aspecten van de vertaling.

Bronnen
Translation Quality Assurance Tools: Current State and Future Approaches (2007), Julia Makoushina.
Perspectives On Translation Quality (2011), p. 161–192. ISBN 978–3–11–025988–9.
Translation Quality Assurance Tools, Tuomas Kostiainen.
Review of Translation Quality Assurance Software, Andrei Gerasimov.
Automating Translation Quality Assurance, Marcin Milkowski.
Semi-geautomatiseerde controle haalt veel fouten uit vertalingen, Vertaalbureau.nl.
Ten good reasons for using a translation memory, Uwe Muegge.
Tools For Quality Assurance and Translation Memory Maintenance, Tuomas Kostiainen.

De Talenreis: Zuidelijk Afrika

Door Sigrid Lensink-Damen

De Khoisan-talen zijn goed vertegenwoordigd in het zuidelijke deel van Afrika. Dit gebied omvat Zuid-Afrika, maar ook Namibië, Botswana, Lesotho en Swaziland.

Sprekers

De Khoisan-talen worden onderverdeeld in drie subfamilies, te weten Hazda, Sandawe en de Zuid-Afrikaanse Khoisan-talen. Deze kunnen weer onderverdeeld worden, zoals op deze pagina te zien is.

De meeste Khoisan-talen worden door inheemse volken van Afrika gesproken, vooral door de San (of Saan, voorheen Bosjesmannen) en Khoikhoi (voorheen Hottentotten).

Van enkele Zuid-Afrikaanse Khoisan-talen zijn er nog maar een handjevol sprekers over. Het Xiri wordt bijvoorbeeld door nog maar 90 mensen gesproken en het Korana door 6. Het Nama heeft het grootste aantal moedertaalsprekers, namelijk 250.000.

Bijzonderheden

Alle Khoisan-talen hebben het kenmerk ‘klikfonemen’. Dit zijn klanken die lijken op een klak met de tong of een klik, gemaakt in de keel of wang. Het Taa (ook wel !Xóõ genoemd) is het beroemdst onder de taalkundigen, vanwege de vele klanken: 5 klinkers, 56 medeklinkers en 80 klikmedeklinkers. Ook bevat het Taa een ‘kiss’, een klank met een zoengeluid. De verschillen tussen deze ‘kisses’ zijn heel subtiel en alleen te onderscheiden door het geoefende oor.

Hoe klinkt een klikmedeklinker? Dat kun je hier beluisteren.

In de volgende aflevering sluit ik deze talenreis af.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Afrikaanse talen (Wikipedia)
Kaart met talen van Afrika (door Mutur Zikin)
African languages
Hoeveel talen worden er in Afrika gesproken
Khoisantalen (Wikipedia)
Afrika (Engelstalige Wikipedia)
Klikmedeklinkers (Engelstalige Wikipedia)
Geluidkaart van klikmedeklinkers (Wikipedia)

Gastvrijheid: de manier om klanten te trekken en te houden

Door Sigrid Kauffman, WerkAdvies

Al jaren is klantgericht en gastvrijheid een thema waar ik mee bezig ben. Ik zie daar veel mogelijkheden in voor ondernemers en personeel. Op internet kwam ik het filmpje van cabaretier Lebbis (Hans Sibbel) tegen over gastvrijheid. Hierin zitten voor mij veel raakvlakken die ik het graag met jullie deel.



Als ondernemer werk je vaak vanuit jezelf en doe je werk waar je plezier in hebt en ook goed in bent. Door je klanten en doelgroepen te analyseren, kom je tot de conclusie dat de klanten waarmee je beste relatie hebt je beste klanten zijn. Deze mensen staan dicht bij je eigen interesses, humor en normen en waarden.

In veel bedrijven wordt klantgericht gewerkt. De klant en zijn behoefte staan centraal. We ventileren dit in al onze (reclame-) uitingen en passen ons gedrag aan om de klant te bedienen. Door klantgericht te werken heb je als ondernemer al een grote voorsprong op bedrijven die niet in staat zijn om klantgerichtheid in hun hele bedrijf door te voeren.

Gastvrijheid

Hoe zorg je er nu voor dat je je voorsprong kunt behouden, je nog meer klanten naar je toe trekt en jezelf blijft? Dit kun je doen door te werken vanuit gastvrijheid. De term gastvrijheid vindt zijn oorsprong in de horeca, vakantieparken en het hotelwezen. Ik zie echter veel mogelijkheden voor het werken vanuit het gastvrijheidsprincipe in vele andere branches. Zeker ook in de vertalers- en tolkenbranche.

Door vanuit gastvrijheid te werken, spreek je iemand aan op gevoel en emotie. Je gastvrije houding geeft je klant het gevoel welkom te zijn. De locatie van waaruit gewerkt wordt, is minder belangrijk. Wel belangrijk is de wijze waarop je laat zien dat je betrouwbaar, veilig en eerlijk werkt. Dit komt naar voren in je communicatie en duidelijkheid die je biedt. Een klant die kiest vanuit gevoel komt eerder bij je terug. Hij zal zijn bevindingen eerder delen dan een klant waarbij alleen de dienst of het product is geleverd. Het voordeel van deze manier van werken is dat je je dienstverlening kunt veranderen/verbeteren, en toch jezelf kunt blijven. Je hebt je klanten aan je gebonden en zij zullen je op welke manier dan ook blijven steunen. Ze worden zonder dat je er om vraagt je ambassadeur.

Graag nodig ik je uit om mij aan te geven welke bedrijven - buiten de horeca - jij gastvrij vindt werken. Je krijgt dan een persoonlijke reactie met mijn top 3. Mijn mailadres is skauffman@werkadvies.com

zondag 9 juni 2013

Hier stond mijn verstand bij stil

Door Desirée Vieveen

Een e-mail in mijn postvak, van een mij nog onbekend ondertitelbedrijf:

I’m writing to you concerning a working agreement, present or future. We work for decades in subtitling, and the work has changed a lot with the dematerialization. The files are sent all over the world very easily. The business has changed also and the price we sell the work of subtitling is not as it used to be…But the volume of needs is a lot bigger.

To answer to all our clients, our companies need to have a clear list of freelances, with all the informations. For that, I attached an Excel file which I ask you to fill if you’re agree.

We have different prices for different qualities (Q1, Q2, Q3 in which Q1 is the best), in which we ask you to complete the price you’re agree to sell your work. We know that is complicated to work quicker or with a less good quality, but we need to know without asking you for each project what will be your price. The lowest price will be paid for a large volume/month.

We also ask you what is the software you used, if you know how to manage height in subtitles with your software, if you’re equipped with a mac or a pc, if you work on week ends, …

Do not hesitate to come back to me for further informations.

Best regards,
(C) Photostock/FreeDigitalPhotos.net

Ik heb eerst drie minuten naar mijn scherm gestaard: las ik dat nou goed? Drie verschillende kwaliteiten leveren? Dat is ongeveer vergelijkbaar met de volgende situatie. Ik ga naar de bakker, en ik zeg: ik wil graag dat je een brood voor me bakt. Ik wil drie keuzes hebben: een heel lekker brood, een brood dat een beetje klef smaakt en een ronduit smerig brood. Voor dat hele lekkere brood betaal ik je een normale prijs, voor dat kleffe brood betaal ik minder en voor dat smerige brood betaal ik bijna niks. Maar daar heb ik dan wel de meeste klanten voor.

Dat is toch absurd? Hoe kun je nu van een vertaler verlangen dat ie een prijs afgeeft voor werk met mindere kwaliteit? En hoe kun je nu eindklanten hebben die een mindere kwaliteit accepteren?

Ik hoop van harte dat niemand hier intrapt. Het is zo’n oude truc: een (beginnend) vertaler een worst voorhouden met de belofte ‘als je dit lage tarief accepteert, krijg je nog véél meer werk van ons’. Waarom zou je? Net alsof je bij die bakker binnenstapt en zegt: ik wil 12 broden, maar dan wil ik wel 15% korting. Die bakker zou je ook vierkant uitlachen. Deze variant op die truc was ik nog niet tegengekomen. En ik hoop hem nooit meer terug te zien.

Deze tekst is met toestemming overgenomen van de blog Ondertiteling van Desirée Vieveen.

Vertalen via crowdsourcing

Door Silvie van der Zee
In 2011 kwam Twitter beschikbaar in het Nederlands.  De Twitterblog meldde dat de microblogdienst geheel door vrijwilligers was vertaald. Maar Twitter is zeker niet het enige bedrijf dat met vertaalvrijwilligers werkt. Ook de verschillende taalversies van Facebook en Wikipedia zijn met de inzet van vrijwilligers tot stand gekomen. Facebook heeft zelfs patent aangevraagd op deze zogenoemde ‘crowdsourced translation’. Wat drijft vrijwilligers om onbetaald vertaalwerk te doen en welke invloed heeft crowdsourcing op het werk van professionele vertalers?
Ervaring
Een reden voor beginnende vertalers om mee te werken aan crowdsourcing is dat ze ervaring willen opdoen. Omdat het als beginner soms lastig is om betaald vertaalwerk te krijgen, is vrijwillig vertalen een goede optie, om zo in ieder geval wat vertaalprojecten op je cv te krijgen.  Crowdsourcing wordt door veel verschillende mensen wordt gedaan en daarom kun je crowdsourcingprojecten niet volledig aan jezelf toeschrijven, maar uiteraard kun je wel op je cv vermelden dat je hebt meegewerkt aan een crowdsourcingproject. Het is ook nog eens heel leerzaam, omdat je feedback krijgt van anderen.
Voor het goede doel
Soms willen vertalers simpelweg een bijdrage aan de maatschappij leveren. Goede doelen waarvoor vrijwillig wordt vertaald, zijn onder andere Amnesty en Translators Without Borders. Ook initiatieven waarbij gratis kennis wordt verspreid, zoals TED en Khan University, vallen hieronder. Bij TED is een leuk bijkomend voordeel dat je naam naast het filmpje komt te staan, dus dit levert bekendheid en wellicht (nieuwe) klanten op. Ook het gratis of voor een laag tarief vertalen voor kennissen of vrienden was een veelgenoemde reden bij mijn rondvraag bij collega’s.
Hobby
Een andere veelgenoemde reden was dat vertalers het gewoon leuk vonden om bepaalde teksten te vertalen. Hierbij kun je denken  aan een online spel, fanfiction of het ondertitelen van films en tv-series. Crowdsourcing geeft vertalers de kans om met andere gelijkgestemden, bijvoorbeeld fans van hetzelfde online spel, een mooi eindresultaat neer te zetten. Voor veel vertalers geldt bovendien dat ze van hun hobby hun werk hebben gemaakt en daarom vinden ze het vaak leuk om vrijwillig mee te werken aan een interessant project.
Vakidioten
Daarnaast zijn de meeste vertalers 'vakidioten'. Zo zei een collega over het vertalen van Facebook: “Het is sterker dan mezelf: als ik een fout zie, dan moet ik die aanduiden! Meestal staat er minstens één vreselijk slecht vertaalde zin tussen, en dan denk ik: ik moet ervoor zorgen dat die echt niet in de officiële vertaling van Facebook komt!”
De invloed van crowdsourcing   
Het idee van crowdsourcing is dat ‘veel meer weten dan één’ (bron: rapport van de Europese Commissie). Bijkomend voordeel voor bedrijven die gebruik maken van crowdsourcing is dat ze gratis vertalingen krijgen. Ook zorgt deze manier van werken ervoor dat er veel meer aandacht is in de maatschappij voor het belang van vertalen en meertaligheid in het algemeen. Dit is een positieve ontwikkeling, aangezien vertalers over het algemeen vrij onzichtbaar zijn.
Daarnaast heeft crowdsourcing ook invloed op hoe er wordt gedacht over kennisdeling en beïnvloedt het de vertaaltheorie. De gedachte dat lezers moeite moeten doen om zo dicht mogelijk bij de brontekst te komen, wordt vervangen door de nieuwe opvatting dat vertalers de tekst zo dicht mogelijk naar de doelgroep moeten brengen.
Kwaliteit
De grens tussen professionaliteit en amateurisme vervaagt. Het grootste nadeel van crowdsourcing is dat iedereen een bijdrage kan leveren, dus ook mensen die nog geen enkele ervaring hebben met vertalen of de taal onvoldoende beheersen. Hierdoor is de kwaliteit van de vertaling niet vanzelfsprekend hoog genoeg.
Grenzen vervagen
Een ander nadeel voor crowdsourcing in het algemeen (dus niet alleen voor vertalen) is dat de grens tussen werk en privé minder wordt, omdat mensen een bijdrage kunnen leveren aan projecten wanneer ze maar willen. Er zijn tal van crowdsourcingprojecten, dus er is altijd wel werk. Het is daarom belangrijk om goed op te letten dat het werken aan deze projecten niet ten koste gaat van je sociale leven, met name als het gaat om projecten die je heel leuk vindt. Aan de andere kant kan het samenwerken met anderen door middel van crowdsourcing juist ook leuke contacten opleveren. Het kan altijd van pas komen om mensen met een andere expertise  (of juist dezelfde) in je kennissenkring te hebben.
Gevolgen voor vertalers
Een rapport van de Europese Commissie over crowdsourced vertalen schetst verschillende doemscenario’s:  als bedrijven steeds vaker gebruik maken van crowdsourcing, hebben professionele vertalers in de toekomst minder werk of worden ze gedwongen om tegen een lager tarief te werken omdat dat nu eenmaal de norm is geworden.
Crowdsourcing in de toekomst
Het rapport eindigt met de conclusie dat we crowdsourcing maar beter kunnen accepteren, want het zal alleen maar toenemen. De vraag is hoe we hier als professionele vertalers het beste mee om kunnen gaan. Het rapport adviseert vertalers om zich nog meer te specialiseren, zodat ze zich kunnen richten op teksten die zo specialistisch zijn, dat ze niet door het algemene publiek vertaald kunnen worden. Een ander advies is dat vertalers hun werkzaamheden zullen moeten uitbreiden met redactiewerk, om zo de vertalingen van amateurs op het juiste niveau te kunnen brengen. Op deze manier zorgt crowdsourcing voor innovatie en dynamiek in ons vakgebied.

Bronnen