Door Marthe Dijk
In mijn artikel over Afrikaanse literatuur in de vorige editie van Vertalersnieuws heb ik de discussie over de taalkeuze besproken. Chinua Achebe staat aan de kant van de koloniale talen, terwijl Ngugi wa Thiong´o juist voor het gebruik van Afrikaanse talen is. Ngugi noemt het schrijven in de koloniale talen zelfs neokolonialisme. Achebe stelt daar tegenover dat het op zijn manier gebruiken van de koloniale talen juist een gevoel van vrijheid geeft. Het resultaat is een geafrikaniseerde Europese taal, onder meer door het toevoegen van grammaticale en lexicale eigenschappen van de onderliggende Afrikaanse talen aan de koloniale taal. Twee voorbeelden hiervan zijn het verbreden van de betekenis van woorden en het veranderen van de zinsstructuur.
Semantische verschuiving
De betekenisverandering of semantische verschuiving van woorden zorgt voor het eerste vertaalprobleem. De betekenis van een woord of concept in de Europese taal wordt uitgebreid om ook de betekenis van dit woord in de Afrikaanse context uit te drukken. De Europese lezer is niet bekend met deze nieuwe betekenis. In sommige gevallen zal de nieuwe betekenis uit de context gehaald kunnen worden. Zo kan een woord als `schaamte´ bijvoorbeeld ook `bescheidenheid´ betekenen. Dit is slechts een subtiele verschuiving, maar minder subtiele verschuivingen komen ook voor. Het is aan de vertaler om een vertaalstrategie te bepalen.
Er zijn twee opties die de vertaler heeft voor het vertalen van semantische verschuivingen. De vertaler zou de betreffende frase kunnen vertalen met een idiomatische frase uit de doeltaal, maar de vertaler kan er ook voor kiezen om de frase net zo gemarkeerd te vertalen als deze frase ook is in de brontaal. Dit laatste is dezelfde strategie die de schrijver zelf al heeft toegepast toen hij de tekst schreef in de koloniale taal, omdat de auteur de tekst in zijn hoofd al heeft omgezet vanuit zijn moedertaal in de koloniale taal. Dit wordt ook wel vertalen zonder brontekst genoemd. Het is belangrijk dat de vertaler zich bewust is van de mogelijkheid van semantische verschuivingen in de Afrikaanse context.
In het boek The Voice van de Nigeriaanse schrijver Gabriel Okara komen meerdere aspecten van geafrikaniseerd taalgebruik voor. Semantische verschuiving is daar een van. In zijn artikel bespreekt Ebi Yeibo de volgende zin: `What I do with my money does not touch you.´ De betekenis van het werkwoord `to touch´ is in deze zin uitgebreid met de betekenis `to concern´. Een gemarkeerde vertaling zou in dit geval kunnen zijn: `Wat ik doe met mijn geld raakt jou niet.´ Aan de andere kant is ook een idiomatische vertaling mogelijk: `Wat ik doe met mijn geld gaat jou niet aan.´
Spreekwoorden
Een ander voorbeeld waarin de onderliggende Afrikaanse taal terug te vinden is in de koloniale taal zijn spreekwoorden. In veel Afrikaanse talen zijn spreekwoorden een essentieel onderdeel van het taalgebruik. Schrijvers vertalen vaak het spreekwoord uit hun moedertaal één op één naar de koloniale taal. Als je al deze spreekwoorden ook daadwerkelijk vertaalt naar het Nederlands, zal het voor een Nederlandse tekst waarschijnlijk een beetje veel lijken, omdat wij spreekwoorden minder frequent gebruiken. Maar aan de andere kant zorgen juist deze spreekwoorden wel voor de Afrikaanse context.
Opnieuw heeft de vertaler de keuze tussen twee hoofdstrategieën. De vertaler kan ervoor kiezen om de spreekwoorden één op één te vertalen, net als de schrijver van het origineel heeft gedaan. Maar de vertaler kan ook een equivalent van het spreekwoord zoeken in de doeltaal. Met andere woorden, de vertaler moet een keuze maken tussen exotiseren en naturaliseren. In de postkoloniale vertaalwetenschap is er veel onderzoek gedaan naar de keuze van vertalers. In de meeste gevallen koos de vertaler ervoor om de tekst te normaliseren, met uitzondering van dialogen, waar meer gemarkeerde vertalingen te vinden zijn. Kathryn Woodham spreekt dan ook van rekoloniseren. Critici zien liever een meer exotiserende strategie door zoveel mogelijk de eigenschappen van de brontekst te behouden.
In Things Fall Apart van Chinua Achebe wordt veelvuldig gebruik gemaakt van spreekwoorden en metaforen. Slechts enkele voorbeelden zijn: `He who brings kola brings life,´ `A chick that will grow into a cock can be spotted the very day it hatches,´ en `A baby on its mother´s back does not know that the way is long.´ Een equivalent in het Nederlands komt mij niet een-twee-drie boven. Een meer letterlijke vertaling zal de Afrikaanse context bewaren en zorgt ervoor dat de frase net zo gemarkeerd blijft als in de brontekst.
De keuze van de vertaler
Invloeden van Afrikaanse talen zijn dus zichtbaar in het gebruik van de koloniale talen, met name op het gebied van de semantiek en de grammatica. Het resultaat is een geafrikaniseerde Europese taal. Woordbetekenissen worden verbreed, zinsstructuren worden aangepast en uitdrukkingen worden toegevoegd. Dit zijn allemaal gemarkeerde veranderingen. De vertaler moet kiezen tussen een idiomatische vertaling van de tekst, meer richting de doeltaal, of een gemarkeerde vertaling van de tekst, meer richting de brontaal en de onderliggende Afrikaanse taal, waarbij de uitdrukkingen in de doeltaal net zo vreemd zijn als de uitdrukkingen in de brontaal.
Omdat het boek dat is geschreven in de koloniale taal een vertaling is zonder brontekst, heeft de auteur al verschillende strategieën toegepast. De vertaler kan ervoor kiezen deze strategieën over te nemen of een andere strategie toe te passen, exotiserend dan wel naturaliserend. De vertaler moet echter wel onthouden dat de Afrikaanse schrijver al bewuste keuzes heeft gemaakt. Een al te naturaliserende aanpak zal dus niet altijd gewaardeerd worden.
Bronnen
Fioupou, Christiane. “Translating Pidgin English, Rotten English and Ubuesque English into French.”
Gullin, Christina. “Translation on Trial: Nadine Gordimer in Swedish.”
Woodham, Kathryn. “Linguistic Decolonisation and Recolonisation? Fluent Translation Strategies in the Context of Francophone African Literature.”
Allen in: Granqvist, Raoul. J., ed. Writing Back in/and Translation. Wien: Peter Lang, 2006.
Gyasi, Kwaku A. “Writing as Translation: African Literature and the Challenges of Translation.” Research in African Literatures 30.2 (1999): 75-87.
Igboanusi, Herbert. “The Igbo Tradition in the Nigerian Novel.” African Study Monographs 22.2 (2001): 53-72.
Yeibo, Ebi. “Nativization of English in African Literary Texts: a Lexico-semantic Study of Transliteration in Gabriel Okara´s The Voice.” International Journal of Humanities and Social Science 1.13 (2011): 202-8.
Vertalersnieuws was een informele blog en digitale knipselmap voor vertalers, tolken, ondertitelaars en iedereen die geïnteresseerd is in nieuws voor deze beroepsgroep. Op deze blog verschenen wetenswaardigheden over taal, vertalen, tolken, ondernemerschap, relevante wetswijzigingen, interessante websites, workshops en nog veel meer. Er verschijnen geen nieuwe edities meer.
vrijdag 1 november 2013
De vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur: geafrikaniseerd taalgebruik
OmegaT: CAT-tool voor beginners en gevorderen
Door Silvie van der Zee
Er zijn meerdere vertaalhulpmiddelen beschikbaar voor vertalers. Enkele bekende ‘computer-assisted translation (CAT) tools’ zijn Trados, Wordfast, MemoQ en Déjà-Vu. Naar aanleiding van een workshop over OmegaT die binnenkort wordt gehouden, bespreek ik deze tool in deze editie van Vertalersnieuws.
De dag wordt als volgt ingedeeld:
’s Ochtends om 9.30 uur begint de workshop met een overzicht van alle functies van OmegaT, een demonstratie met een voorbeeldproject en een vraag- en antwoordsessie.
Na de lunch worden de uitgebreidere mogelijkheden van OmegaT besproken en gedemonstreerd.
Er wordt afgesloten met de sessie ‘Myths, FAQs and Workaround’ en de workshop eindigt om 17.00 uur, waarna je onder het genot van een drankje kunt bespreken wat je hebt geleerd.
Voor meer informatie, aanmelden, kosten en reisinformatie verwijs ik je naar de agenda van Vertalersnieuws.
Bron
Officiële website OmegaT (Nederlandstalig)
Er zijn meerdere vertaalhulpmiddelen beschikbaar voor vertalers. Enkele bekende ‘computer-assisted translation (CAT) tools’ zijn Trados, Wordfast, MemoQ en Déjà-Vu. Naar aanleiding van een workshop over OmegaT die binnenkort wordt gehouden, bespreek ik deze tool in deze editie van Vertalersnieuws.
Wat is OmegaT?
OmegaT is een gratis, open source CAT-tool die in 2000 door Keith Godfrey is ontwikkeld. Twee jaar later voegde Marc Prior zich bij hem en tegenwoordig staat Didier Briel aan het hoofd van het project. OmegaT is beschikbaar in dertig talen, waaronder het Nederlands. Deze CAT-tool is in toenemende mate een concurrent van Trados SDL en MemoQ. OmegaT is vrije software. Dat betekent dat gebruikers het programma mogen downloaden, gebruiken, kopiëren en doorgeven aan anderen.Wat kan OmegaT?
OmegaT werkt met Linux, Mac OS X en Microsoft Windows 98 of hoger en voor het gebruik ervan is Java 1.5 vereist. Het programma kan werken met:- fuzzy-overeenkomsten (gedeeltelijke overeenkomsten tussen de vertaling en het vertaalgeheugen)
- meerdere bestanden tegelijkertijd in een project
- meerdere vertaalgeheugens
- externe woordenlijsten
- verschillende typen bestanden, waaronder:
- XHTML en HTML
- Microsoft Office 2007 XML
- OpenOffice.org/StarOffice
- XLIFF (Okapi)
- MediaWiki (Wikipedia)
- Platte tekst - Unicode (UTF-8): kan worden gebruikt met niet-Latijnse alfabetten
- talen die van rechts naar links geschreven worden
- andere toepassingen met vertaalgeheugens (TMX)
Zelf een bijdrage leveren aan OmegaT
OmegaT is open source software. Dat betekent dat je OmegaT mag aanpassen als je vindt dat het programma verbeterd kan worden. OmegaT is dus niet alleen een product, maar ook een project waaraan jekunt bijdragen. Het OmegaT-project wordt uitgevoerd door vrijwilligers en kan altijd hulp gebruiken, niet alleen voor het programmeren, maar ook op andere gebieden. Je kunt ook je steentje bijdragen door gebruikersdocumentatie te schrijven, software te lokaliseren, software te testen of publiciteit te genereren door een artikel te schrijven over OmegaT.18 november: workshop over OmegaT
Ben je geïnteresseerd geraakt in OmegaT? Op 18 november vindt er een workshop over deze tool plaats in het Stridonium in Holten. Marc Prior, technisch vertaler en een van de twee mannen die aan de wieg van OmegaT stonden, zal de workshop leiden. Tijdens de workshop krijg je dus les van dé expert.De dag wordt als volgt ingedeeld:
’s Ochtends om 9.30 uur begint de workshop met een overzicht van alle functies van OmegaT, een demonstratie met een voorbeeldproject en een vraag- en antwoordsessie.
Na de lunch worden de uitgebreidere mogelijkheden van OmegaT besproken en gedemonstreerd.
Er wordt afgesloten met de sessie ‘Myths, FAQs and Workaround’ en de workshop eindigt om 17.00 uur, waarna je onder het genot van een drankje kunt bespreken wat je hebt geleerd.
Voor meer informatie, aanmelden, kosten en reisinformatie verwijs ik je naar de agenda van Vertalersnieuws.
Bron
Officiële website OmegaT (Nederlandstalig)
Veeleisende klant: lastpak of...?
Door Mariëtte van Drunen
Ik hoor wel eens vertalers klagen: “Nou wil mijn klant ook nog dat ik de opmaak ga doen”, “Ze willen altijd dat het gisteren al klaar was”, “Mijn klant heeft altijd van die onhandige opdrachten”. Het lijkt soms wel of klanten niks begrijpen en niks goed doen. Maar is dat wel zo?
Zelf vraag ik graag door wat de klant nu echt nodig heeft, maar ben ik ook eerlijk als ik iets niet kan of wil doen. Als ik het niet kan, stel ik soms een alternatief voor, bijvoorbeeld een leverdatum die wel haalbaar is, of ik vraag of bestanden ook beschikbaar zijn in een handiger formaat, of ik zoek een collega die kan helpen, enzovoorts. De meeste klanten vinden het heel normaal als je aangeeft dat iets niet kan en vaak blijkt dat er meer kan dan je dacht. Zij geven –uiteraard– eerst aan wat zij graag zouden willen, maar dat is niet noodzakelijk de enige optie.
Natuurlijk mag de klant vragen of het mogelijk is zoals hij het graag heeft. Ik help de klant graag zo goed mogelijk. Het zou zo maar kunnen dat een vertaler ook goed is met de opmaak van documenten, of dat het net heel rustig is en die korte doorlooptermijn geen enkel probleem is. Een veeleisende klant is zeker niet per definitie een lastpak. Zolang ik eerlijk aangeef wat wel en niet kan en de klant daar redelijk op reageert –ja, soms kan het zijn dat hij voor een andere vertaler kiest die wel kan leveren wat hij zoekt- kunnen we prettig zaken doen.
In het Engels zeggen ze: “you teach people how to treat you”. Als jij niet aangeeft wat wel en niet mogelijk is, hoe moet je klant het dan weten? De enige die weet wat jij wel en niet voor iemand kunt of wilt doen, ben jij zelf. Dus durf ook alternatieven voor te stellen of nee te zeggen. Dan merk je dat de meeste klanten zeker geen lastpak zijn, maar mensen die net als jij graag hun werk goed willen doen en ook begrip hebben voor jouw mogelijkheden. En zo wordt ondernemerschap ineens een stuk leuker.
Ik hoor wel eens vertalers klagen: “Nou wil mijn klant ook nog dat ik de opmaak ga doen”, “Ze willen altijd dat het gisteren al klaar was”, “Mijn klant heeft altijd van die onhandige opdrachten”. Het lijkt soms wel of klanten niks begrijpen en niks goed doen. Maar is dat wel zo?
Zelf vraag ik graag door wat de klant nu echt nodig heeft, maar ben ik ook eerlijk als ik iets niet kan of wil doen. Als ik het niet kan, stel ik soms een alternatief voor, bijvoorbeeld een leverdatum die wel haalbaar is, of ik vraag of bestanden ook beschikbaar zijn in een handiger formaat, of ik zoek een collega die kan helpen, enzovoorts. De meeste klanten vinden het heel normaal als je aangeeft dat iets niet kan en vaak blijkt dat er meer kan dan je dacht. Zij geven –uiteraard– eerst aan wat zij graag zouden willen, maar dat is niet noodzakelijk de enige optie.
Natuurlijk mag de klant vragen of het mogelijk is zoals hij het graag heeft. Ik help de klant graag zo goed mogelijk. Het zou zo maar kunnen dat een vertaler ook goed is met de opmaak van documenten, of dat het net heel rustig is en die korte doorlooptermijn geen enkel probleem is. Een veeleisende klant is zeker niet per definitie een lastpak. Zolang ik eerlijk aangeef wat wel en niet kan en de klant daar redelijk op reageert –ja, soms kan het zijn dat hij voor een andere vertaler kiest die wel kan leveren wat hij zoekt- kunnen we prettig zaken doen.
In het Engels zeggen ze: “you teach people how to treat you”. Als jij niet aangeeft wat wel en niet mogelijk is, hoe moet je klant het dan weten? De enige die weet wat jij wel en niet voor iemand kunt of wilt doen, ben jij zelf. Dus durf ook alternatieven voor te stellen of nee te zeggen. Dan merk je dat de meeste klanten zeker geen lastpak zijn, maar mensen die net als jij graag hun werk goed willen doen en ook begrip hebben voor jouw mogelijkheden. En zo wordt ondernemerschap ineens een stuk leuker.
Abonneren op:
Posts (Atom)