vrijdag 18 januari 2013

Netwerken met plezier: tips en trucs

Door Sigrid Kauffman, WerkAdvies 

De wintermaanden komen er weer aan. Voor velen ook de tijd waarin er veel mogelijkheden zijn voor netwerkbijeenkomsten, privé en zakelijke borrels. Zie je er weleens tegenop of vind je het fijn om tips te krijgen hoe je met plezier kunt netwerken, lees dan verder. 

Het woord netwerken zegt het al:het is net werken. Op regelmatige basis contact met iemand leggen of ervoor zorgen dat je op het netvlies blijft staan, is een onderdeel van netwerken. Het woord ‘net’ staat in mijn beleving voor zuinig met je contacten en relaties omgaan. 

Goed voorbereid op pad 

Zorg dat je visitekaartjes, folder of informatie meeneemt, die je gemakkelijk aan een ander kunt geven. Het is natuurlijk leuk als ze zien dat je er trots op bent. Je straalt dit uit en prikkelt de interesse van de ander. Bovendien heb je dan direct een aanleiding om enthousiast toe te lichten waar jij voor staat. Ik ben zelf een voorstander van het afgeven van mijn kaartje op het moment dat er een toegevoegde waarde is.

Bij bijna elke bijeenkomst is er een gastenlijst. Door op tijd naar een bijeenkomst te gaan heb je vaak de kans om deze in te zien. Voordeel daarvan is dat je kunt zien of er mensen zijn die je graag wilt aanschieten en je de kans kunt aangrijpen om ze te spreken. Als je vroeg op een bijeenkomst bent, kun je sneller contacten kunt leggen met anderen. Mensen zullen ook vaker naar jou toekomen om zich voor te stellen en bij jou komen staan.

Gouden regels die ik hanteer: 

Netwerken is altijd belangrijk. Of je nu voldoende opdrachten hebt of op zoek bent naar nieuwe. Het blijft belangrijk dat je jezelf goed presenteert. Hier geldt: “Wie goed zaait, zal goed oogsten.”

Netwerken moet ook plezierig zijn. Ga actief op zoek naar netwerken die bij je passen. Houd in de gaten dat netwerken ook in beweging zijn, net zoals je bedrijf. Netwerkpartners moeten je liggen. Laat je niet afschrikken als het gesprek niet loopt, ga rustig verder op zoek naar iemand anders. Een klik kun je niet forceren.

Naar een netwerkbijeenkomst ga je met een doel. Dit kan een zakelijk of persoonlijk doel zijn. Weet wat je wilt. Voordat je ergens naar toe gaat, denk er dan over na over wat je graag wilt bereiken. Dat kan natuurlijk ook gewoon een gezellige avond zijn.

Luister naar een ander en bied je kennis, adviezen en tips aan. Het geven van tips of namen die betrekking hebben op het onderwerp waarover je spreekt kunnen ook een een positieve reclame voor jou zijn. Zo zorg je ervoor dat mensen je herinneren.

Graag wil ik jullie het volgende meegeven: netwerken/contacten leggen is belangrijk voor jezelf en je bedrijf. Doe het alleen wel op een manier die bij je past. Er zijn heel veel gelegenheden waar je mensen kunt ontmoeten. Dit varieert van gestructureerd tot geheel vrijblijvend, van een hoge frequentie tot eenmalige bijeenkomsten. Een andere manier is zelf een bijeenkomst organiseren of aanbieden dat je gastspreker bent. Zorg ervoor dat je contacten legt en kom je gemaakt afspraken na,. Maak werk van de contacten die je hebt gelegd.

Ik wens jullie veel goede en zinvolle contacten toe die er aan bijdragen dat je met plezier blijft werken.

Language Show Live 2012

Door Cas Jamin

Language Show Live is een driedaagse beurs in Londen die jaarlijks zo’n 10.000 taalstudenten en taalprofessionals trekt. Van vertalen, (gebaren)tolken en taalonderwijs tot cultuur proeven en studeren in het buitenland, het is er allemaal vertegenwoordigd. Dit jaar bezocht ik dit evenement voor het eerst. Het was lastig om vooraf in te schatten of het geschikt zou zijn voor een vertaalstudent, maar het bleek alleszins de moeite waard.

Organisaties

Op Language Show live is een breed scala aan organisaties, beroepsverenigingen, bedrijven, onderwijsinstellingen en educatieve uitgevers vertegenwoordigd. Op het gebied van vertalen en tolken waren dit jaar ‘the Institute of Translation and Interpreting’ (ITI), ‘the Chartered Institute of Linguists’ (CIoL) en de Europese Unie aanwezig.

Tolken en vertalen voor de Europese Unie

De Europese Unie was prominent aanwezig met een grote stand, tolkdemonstraties, presentaties en fora. Wie overweegt om voor de EU te tolken of vertalen kreeg de kans om zich goed te oriënteren op de mogelijkheden.

Institute of Translation and Interpreting (ITI)

Voor vertalers en tolken verzorgde het Institute of Translation and Interpreting netwerksessies en de seminar ‘A day in the life of a translator’. ITI is een beroepsvereniging voor vertalers, tolken en vertaal- en tolkbedrijven in het Verenigd Koninkrijk.

Chartered Institute of Linguists (CIoL)

Het Chartered Institute of Linguists was aanwezig met een stand en hield een vragenuurtje voor geïnteresseerden. Dit instituut verzorgt tolk- en vertaalexamens, promoot de studie van moderne talen en is een beroepsvereniging van tolken en vertalers. Het heeft ook een eigen blad, ‘The Linguist’. Dit blad is gratis te bekijken en te downloaden via hun website.

Grant & Cutler at Foyles

Het beroemde hoofdfiliaal van de boekhandel ‘Foyles’, aan Charing Cross Road in Londen, heeft sinds de overname van Grant & Cutler in 2011 ook een uitgebreide afdeling met taalstudieboeken en literatuur in allerlei talen. Grant & Cutler at Foyles bracht dit onder de aandacht met een eigen stand. Toen ik later in het hoofdfiliaal van Foyles rondkeek op de taalafdeling, stonden daar ook een aantal boeken Nederlands als tweede taal, evenals de bekende Van Dale woordenboeken. Een leuke verrassing.

Overige organisaties

Naast de organisaties voor vertalen en tolken, bood de beurs ook plaats aan organisaties op het gebied van taalonderwijs, taal- en cultuuruitwisseling en studie in het buitenland.

Seminars

Elk jaar heeft Language Show Live een breed aanbod van seminars, waarbij je meestal zo kunt aanschuiven. Zo verzorgde het Institute of Translation and Interpreting (ITI) dit jaar de seminar ‘A day in the life of a translator’.

A day in the life of a translator

Kari Koonin en Philippe Galiner vertelden over hun dagelijkse beroepspraktijk als freelance vertalers en ITI-leden: de uitdaging om een eigen bedrijf op te zetten en te beheren, steeds weer te komen tot een evenwichtige en productieve dagindeling en de beslissing om zich te positioneren als generalist of juist als specialist. Een interessante seminar, die een goede indruk gaf van wat het betekent om zelfstandig vertaler te zijn.

Translation and interpreting leaders’ debate

Een interessante paneldiscussie, geleid door managers van drie grote vertaalbedrijven en een leverancier van vertaaltools. Het ging over de ontwikkelingen in de tolk- en vertaalmarkt, CAT-tools en hoe je als vertaler of tolk zo goed mogelijk kunt aansluiten bij de personeelsvraag van vertaalbedrijven.

Language learning and London Life

Lizzie Fane van ‘Third Year Abroad’ liet met haar inspirerende presentatie zien dat er, als je een beetje creatief denkt, verrassend veel mogelijkheden zijn om je hobby’s en sociaal leven op een leuke manier te combineren met het leren van een taal.

Overige seminars

Naast de seminars voor tolken en vertalers was er veel te doen voor taaldocenten. Denk hierbij aan uitleg over digitale leermiddelen, tips voor creatieve lesvormen en uitleg over lesmethoden. Ook kon ieder in minilessen proeven van allerlei talen, waaronder Britse gebarentaal.

Netwerken

Language Show Live kan interessant zijn om te netwerken met vakgenoten (in de geleide netwerksessies) en om je breed te oriënteren op carrièremogelijkheden in de taalsector. Met de aanwezige recruiters en de cv-workshops kan het ook een goed startpunt zijn in de zoektocht naar een baan of stageplaats in het Verenigd Koninkrijk.

Sociale media

Voor, tijdens en na het evenement is er de nodige activiteit op sociale media. Vooral op Twitter was dit jaar veel activiteit onder de officiële hashtag #LSLive.

Meer informatie

Op de website van Language Show Live vind je in de aanloop naar het evenement informatie over de deelnemende organisaties en het aanbod van seminars. Deelname is gratis omdat het evenement wordt bekostigd met sponsoring en de verkoop van standplaatsen. Promotiefilmpjes zoals deze geven een indruk van het evenement.

Conclusie

Language Show Live is een interessant evenement voor wie zich breed wil oriënteren op de taalsector en de organisaties die daarin actief zijn in het Verenigd Koninkrijk. Het kan ook een startpunt zijn in de zoektocht naar een baan, opleiding of stageplaats in het Verenigd Koninkrijk. Voor de doorgewinterde vertaler of tolk uit Nederland, zonder specifieke doelen in het Verenigd Koninkrijk, ligt een bezoek wellicht wat minder voor de hand.

Bronnen
Language Show Live 2012 show guide (uitgereikt aan bezoekers)
Website van Language Show Live
Website van the Institute of Translation and Interpreting
Website van the Chartered Institute of Linguists

De Talenreis: Indonesië

Door Sigrid Lensink-Damen

De Indonesische archipel wemelt van de talen: er zijn er ruim 700. Kunnen de Indonesiërs elkaar onderling verstaan? Of is er sprake van de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring?

Tegenstellingen

De meeste talen, die op de 17.508 eilanden van Indonesië worden gesproken, horen tot de Maleis-Polynesische taalfamilie, die weer onder de Austronesische superfamilie valt. Het Indonesisch (Bahasa Indonesia) is de officiële taal. Het Javaans is de grootste taal die regionaal wordt gesproken (voornamelijk op Java). Het Maleis staat op de tweede plaats, maar vormt wel weer de basis van het Indonesisch.

De geschiedenis van Indonesië is een turbulente en kent een aantal cruciale tegenstellingen, zowel in zijn ontstaan als in zijn taalontwikkeling. In deze aflevering zet ik de opmerkelijkste tegenstellingen naast elkaar.

Boeddhisme vs Islam

De Indonesische eilanden werden al in de 7e eeuw na Christus druk bezocht, omdat ze een belangrijke handelsroute vormden tussen China en het koninkrijk Srivijaya (op Sumatra). De handel tussen de verschillende Indonesische eilanden floreerde eveneens. Door deze contacten ontstond in de 7e eeuw een vereenvoudigde versie van het Maleis: het Pasar-Maleis (‘pasar’ betekent markt). In de 20e eeuw werd het Bahasa Indonesia hierop gebaseerd.

Al dit handelsverkeer bracht mensen van divers pluimage naar de eilanden. Deze reizigers en handelaren hadden hun eigen taal en cultuur: het Oud-Maleis (ontstaan tussen 600 en 1500) raakte bijvoorbeeld doorspekt met het Sanskriet. Het klassiek Maleis (ontstaan in de 13e eeuw) kreeg daarentegen veel elementen van het Arabisch en het Perzisch. Eén en ander is direct terug te voeren op de meegebrachte religies: Sanskriet met het Boeddhisme, Arabisch en Perzisch met de Islam.

Nederlands vs Indonesisch

Met de komst van de Nederlandse kolonisten in de 18e eeuw ontstond het gouvernements-Maleis, een samenraapsel van Pasar-Maleis, klassiek Maleis, Javaans en Nederlands. Gouvernements-Maleis kreeg het latijnse schrift als uitdrukkingsvorm (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het klassiek Maleis, dat in het rencong werd geschreven).

Nederlands werd alleen gesproken door Nederlanders en hooggeplaatste Indonesiërs. Voor alle andere Indonesiërs was het not done om Nederlands te spreken. De onderdrukking, het daarbij horende verlangen naar vrijheid en nationalistische gevoelens hebben waarschijnlijk de acceptatie van een standaardtaal bevorderd. Of het nu daaraan lag of niet, in de jaren 20 van de 20e eeuw werd het Bahasa Indonesia ontwikkeld en als officiële taal aangenomen.

Javaans vs Indonesisch

Hoe verhouden het Javaans en het Indonesisch zich tot elkaar? Allereerst zijn het twee verschillende talen, die beide tot de Austronesische superfamilie behoren, maar van een andere tak afstammen. De talen zijn net zo verschillend als het Nederlands en het Zweeds.

De positie van het Javaans in Indonesië is omgekeerd evenredig aan die van het Indonesisch: het Javaans heeft het grootste aantal moedertaalsprekers, maar heeft geen officiële status. Het Indonesisch is voor velen slechts een tweede taal, maar is wel de officiële taal van het land. Het Javaans heeft echter weer veel invloed op het Indonesisch, omdat het door zo veel mensen gesproken wordt.

Het Javaans stamt af van de West-Maleis-Polonesische subfamilie en wel van de Soendase tak. De taal is verwant aan het Maleis, Madoerees, Balinees en Soendanees. Omdat de verschillende fasen van zijn ontwikkeling al vroeg zijn opgetekend, wordt het Javaans tot de klassieke talen gerekend. De andere klassieke talen zijn: Latijn, Grieks, Hebreeuws, Arabisch, Sanskriet, Pali, klassiek Perzisch, Tamil en klassiek Chinees.

Maleis vs Indonesisch

Van de ruim 700 talen die in Indonesië worden gesproken zijn het Maleis en het Javaans de grootste. Javaans wordt op Java en op Oost-Timor gesproken. Het Maleis valt uiteen in diverse varianten en dialecten, elk met zijn regionale eigenaardigheden. Het Maleis wordt door ruim 77 miljoen mensen gesproken (in Brunei, Maleisië, Singapore en Indonesië).

Ook in Nederland wordt Maleis gesproken, voornamelijk door de 1e generatie immigranten uit Indië. Eigenlijk is dit geen ‘echt’ Maleis, maar de vereenvoudigde variant Pasar-Maleis. Ook de Molukkers die naar Nederland zijn gegaan, spreken een vorm van het Maleis, het Ambonees-Maleis, een dialect dat op Ambon wordt gesproken. Van de Molukkers spreken de 1e, 2e en 3e generatie deze taal.

Bhinneka Tunggal Ika

Het motto van Indonesië is Bhinneka Tunggal Ika, vrij vertaald ‘Eenheid in verscheidenheid’. Een toepasselijk motto voor een land met zo veel variatie aan talen, culturen en achtergronden, hoewel sektarisch geweld er niet onbekend is.

Het antwoord op de vraag of Indonesiërs elkaar onderling kunnen verstaan is ja, maar alleen via het Bahasa Indonesia. Naast de officiële taal spreken de Indonesiërs een regionale taal, die ook vaak hun moedertaal is.

De Javanen vormen met 42% van de bevolking de grootste etnische groep en bepalen daarmee veel van de Indonesische cultuur. Het is dan ook best vreemd dat niet het Javaans, maar (een variëteit van) het Maleis tot standaardtaal is gekozen.

In de volgende aflevering van De Talenreis rond ik de reis naar de Oost af met een bezoek aan Papua-Nieuw-Guinea.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Austronesische talen volgens Wikipedia
Leerboek Indonesisch - pdf op internet
Indonesisch volgens Wikipedia
Javaans volgens Wikipedia
Indonesië volgens Wikipedia
Indonesië - Talenlab
Maleis volgens Wikipedia
Molukkers volgens Wikipedia

vrijdag 11 januari 2013

Onverwachte wendingen, write-ins en plotbunnies: NaNoWriMo

Door Sigrid Lensink-Damen

Elk jaar wordt in november de National Novel Writing Month gehouden. Dit is een initiatief van een aantal Amerikaanse enthousiastelingen die iedereen de kans willen geven binnen één maand 50.000 woorden aan zijn of haar boek te schrijven. Het devies: zet die interne criticus een maand in de koelkast, ga zitten en schrijf!

Uitdaging

Het lijkt me een geweldige uitdaging: een hele maand alleen maar bezig zijn met je boek, je personages en je eigen gedachten. Ik klik wat rond op de NaNoWriMo-site om informatie in te winnen over het hoe en wat, mail schrijfgenoten en vraag naar hun ervaringen. De een adviseert me al een schema op te stellen en de personages uit te werken voordat de maand begint, een ander laat alles op zijn beloop en ziet wel wat ervan komt.

Ik hoef niet lang na te denken: dit móét ik doen. Ik geef me op en krijg op de NaNoWriMo-site toegang tot alle fora en functionaliteiten. Het is een kleine handeling, maar in mijn hoofd is het een grote stap: ik ben een drempel over. Mijn eerste overwinning.

Danswater

Ik ben van het plannen, dus mijn schema ligt naast mijn laptop. Helaas, daar heb ik niets meer aan op het moment suprème: er plopt een idee in mijn hoofd op (letterlijk) voor een ander verhaal dat al een tijdje op de plank ligt. Ik weet ook al hoe het verhaal moet heten: Danswater. Sterke aanwijzingen van mijn creatieve bewustzijn, besef ik. Ik besluit voor dit verhaal te gaan en het schema voor die andere roman voor volgend jaar te bewaren. Kiezen voor creativiteit: mijn tweede overwinning.

In week 1 gaat het schrijven voorspoedig. Het doet me goed mijn interne criticus opzij te schuiven en gewoon te schrijven. De organisatoren van NaNoWriMo sturen om de dag een peptalk per mail, die je doet glimlachen en laat doorschrijven. Mijn keuze om op het laatste moment van gedachten te veranderen, pakt goed uit. Ik schrijf mezelf zelfs door een blokkade heen. Mijn derde overwinning.

Individualistisch groepsfenomeen

Het fenomeen NaNoWriMo is individualistisch (je moet dat boek toch echt zelf schrijven), maar geeft je ook het prettige gevoel onderdeel te zijn van een groep. Er zijn 300.000 mensen wereldwijd met NaNoWriMo bezig en al snel blijkt dat de problemen waar mensen tegenaan lopen, dezelfde zijn als je eigen sores. Ik kijk dan ook regelmatig op de fora voor oplossingen en aanmoediging.

Week 2 wordt ook wel de Helweek genoemd, omdat het eerste enthousiasme van je afgeschreven is en je nu dóór moet gaan.

Onverwachte wendingen

Ik ervaar iets heel anders in week 2: onverwachte wendingen. Er wandelen ineens personages mijn verhaal binnen met een lading bagage en diepgang, waarvan mijn mond openzakt. Ik schrijf plotseling over een slechterik die over lijken gaat en het mijn hoofdpersonages flink moeilijk zal gaan maken. Mijn verhaal Danswater begint werkelijk te dansen en te stromen.

Ook bezoek ik in deze week bezoek ik een write-in. Dit is een schrijfbijeenkomst, georganiseerd door NaNoWriMo-deelnemers. Die van mij is in Groningen en ik combineer dit met een familiebezoek. De write-in is gezellig, te gezellig, maar zeer inspirerend. Ik ontmoet vier andere gemotiveerde schrijvers. We wisselen ervaringen uit en doen een ‘wordwar’: binnen 15 minuten zo veel mogelijk woorden schrijven. Ik win met 836 woorden. Mijn vierde overwinning en ik mag een 3D-muismat met paarden (voor mijn dochter) mee naar huis nemen.

Week 3

Dan komt in week 3 de klad erin. Ik loop achter door afspraken en de allerdaagse beslommeringen en ik krijg vertaalopdrachten aangeboden die ik héél graag zou aannemen (Russisch!), maar ik houd mij aan mijn belofte aan mezelf: één maand schrijven en niet vertalen. Heel dapper sla ik de opdrachten af. Mijn vijfde overwinning. Eigenlijk heb ik er geen seconde spijt van, want ik kies deze maand voor mijn schrijfwerk, mijn langgekoesterde droom.

Plotbunnies

En dan weet ik het niet meer. Ik staar naar het verhaal en ben totaal het overzicht kwijt. Ik weet niet meer wat de personages moeten doen, hoe de plot zich moet ontwikkelen en welke wegen ik moet bewandelen om mijn personages te krijgen waar ik ze hebben wil.

Ik besluit mijn schrijfvriendjes en -vriendinnetjes via het forum om raad te vragen. Die komen al snel met waanzinnige ideeën, die ze plotbunnies noemen: laat je personage een boterham smeren en beschrijf dat nauwkeurig. Laat een UFO landen, laat de personages ruzie krijgen, elkaar plotseling zoenen of vermoord iemand.

Ik heb er een hard hoofd in, maar laat mijn personage toch een boterham smeren en opeten. Het werkt! Het personage overdenkt de gebeurtenissen en weet ineens wat ze moet gaan doen. En ik ook. Ik schrijf binnen no time 3000 woorden. Mijn zesde overwinning.

Magische grens

Week 4 vormt voor mij de spreekwoordelijke ‘laatste loodjes’ en dan komt het einde van november komt sneller in zicht dan gehoopt. Ik sluit me nog één avondje op in mijn kamer, zet goede schrijfmuziek op en haal toch nog met gemak de 50.000 woorden op 29 november. Als het balkje onder mijn profielnaam, waar het aantal woorden wordt bijgehouden, de 50.000 woorden passeert, grijns ik naar de computer. Als ik de woorden van mijn verhaal heb laten tellen door de computer van de NaNoWriMo-site, verandert het balkje in een paarse kleur met in goud WINNER erin. Mijn zevende overwinning.

Ik ben trots, blij, opgelucht en uitgeput. Ik heb ruim 50.000 woorden aan mijn roman geschreven. Ik ben trouw gebleven aan mijn doel én ik weet nu dat ik het kan. Ik kan mezelf door blokkades heen schrijven. Ik kan slechteriken bedenken, maar ook de nodige diepgang aanbrengen.

Ligt mijn roman binnenkort in de winkel? Nee. Maar misschien wel over een paar jaar. NaNoWriMo was stap 1. Ik heb nu alle vertrouwen in de rest van het proces: ik kan het!

dinsdag 25 december 2012

De redactie van Vertalersnieuws wenst u


FIJNE FEESTDAGEN EN EEN HEEL GELUKKIG NIEUWJAAR


Mariëlle, Mariëtte, Cas, Silvie, Sigrid en Sigrid

zaterdag 24 november 2012

Link naar de video Anak van Freddie Aguilar

Beste lezer,

In de nieuwe Vertalersnieuws per e-mail is per ongeluk een niet werkende videolink opgenomen. Als u het liedje Anak van Freddie Aguilar graag toch wilt bekijken, dan kan dat onderin het artikel op de blog zelf of via de volgende rechtstreekse link naar YouTube: Anak van Freddie Aguilar.

Met vriendelijke groet,

Mariëtte van Drunen

vrijdag 23 november 2012

Een paars-oranje schatkist aan vertaaltheorie

Door Mariëtte van Drunen

translation studies reader - Lawrence Venuti
In mijn boekenkast staat een prachtig boek over vertaaltheorie: The Translation Studies Reader van Lawrence Venuti. Het is een 920 gram wegende, paars-oranje schatkist vol teksten over vertaalkunde van grootheden uit verschillende vakgebieden, uit heel de twintigste eeuw. 

Walter Benjamin, Luis Borges, James S. Holmes en Gideon Toury zijn maar een paar van de theoretici die in het boek aan het woord komen. Deze schat verdient meer dan een recensie en was dan ook de directe aanleiding voor een nieuwe reeks artikelen in Vertalersnieuws: Twintigste-eeuwse vertaaltheorie van Benjamin tot Venuti.

In deze editie breng ik het boek zelf voor het voetlicht en vertel ik iets meer over de samenstellers van deze bloemlezing, Lawrence Venuti en zijn adviserend redacteur Mona Baker. In het volgende deel van Twintigste-eeuwse vertaaltheorie van Benjamin tot Venuti belicht ik de eerste grootheid uit het boek: Walter Benjamin.

De vertalersschatkist 

De afgelopen 30 jaar van de twintigste eeuw is vertaaltheorie uitgegroeid tot een academisch studieonderwerp. The Translation Studies Reader is volgens Venuti een reactie op de vraag naar een veelomvattend overzicht die daaruit is voortgekomen. Met dit historisch overzicht hoopt hij enerzijds te laten zien hoe divers het veld van de vertaaltheorie is, door inbreng uit vakgebieden als linguïstiek, literaire kritiek, filosofie tot zelfs antropologie, en anderzijds wil hij de lezer uitdagen tot een kritische blik en verder onderzoek.

Het boek bevat niet alleen onmisbare bijdragen van tal van belangrijke vertaaltheoretici, maar ook interessante inleidingen van Venuti. Hierin plaatst hij de opgenomen teksten in context, verwijst hij naar nog veel meer belangrijke teksten die hij niet kon opnemen en stelt hij kritische vragen bij oudere theorieën naar aanleiding van moderne inzichten.

Venuti 

Lawrence Venuti is een Amerikaans vertaaltheoreticus, vertaalhistoricus en vertaler uit het Italiaans, Frans en Catalaans. In 1980 heeft hij een Renato Poggioli Translation Award gewonnen voor zijn vertaling van de roman Delirium van Barbara Alberti. Met latere vertalingen won hij nog meerdere andere belangrijke vertaalprijzen.

Hij doceert Engels, vertaalkunde en vertaaltheorie aan de Temple University in Philadelphia en heeft meerdere boeken over vertalen geschreven. Volgens Wikipedia is Venuti een omstreden en veelbesproken theoreticus, omdat hij er in tegenstelling tot veel andere vertaaltheoretici voor pleit om jezelf als vertaler zichtbaar te maken in de tekst. Zijn boek The Translator’s Invisibility is een klassieker in ons vakgebied, aldus Wikipedia.

Mona Baker 

Mona Baker was Venuti’s adviserend redacteur voor The Translation Studies Reader en heeft over iedere selectie en iedere tekst die Venuti zelf schreef meegedacht. Mona Baker is docent vertaaltheorie aan de University of Manchester en oprichter van de in vertaaltheorie en interculturele studies gespecialiseerde uitgeverij St Jerome’s Publishing en van het internationale vertaaltijdschrift The Translator.

De reeks Twintigste-eeuwse vertaaltheorie van Benjamin tot Venuti gaat volgende keer echt van start, met de visie van Walter Benjamin.