Posts tonen met het label niger-congotalen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label niger-congotalen. Alle posts tonen

zondag 9 juni 2013

De Talenreis: De Bantoetalen

Door Sigrid Lensink-Damen

Een van de grootste taalfamilies in Afrika is de Bantoetaalfamilie. Er vallen ruim 250 talen onder, of 535 talen als je de dialecten als taal meetelt. De Bantoetalen, ook wel Narrow Bantu genoemd, worden door heel Afrika gesproken.

Cijfers

De term ‘bantu’ betekent ‘mensen’ en is afgeleid van de stam ‘ntu’ dat ‘mens’ betekent. In alle Bantoetalen is de stam voor mens ‘ntu’ en verschilt alleen het voorvoegsel. In het Xhosa is ‘mensen’ bijvoorbeeld ‘abantu’ en in het Swahili ‘bantu’.

Omdat de Bantoetalen van Nigeria tot Zuid-Afrika worden gesproken, zijn er wel 310 miljoen sprekers. Een aantal bekende Bantoetalen zijn het Swahili, het Shona, het Sesotho, het Rwandi, het Zulu en het Xhosa. Het Swahili is de grootste taal met 40 miljoen sprekers. Hiervan zijn slechts 800.000 mensen moedertaalspreker. Van de Bantoetalen hebben het Shona (10,8 miljoen) en het Zulu (10,3 miljoen) de meeste moedertaalsprekers.

De Bantoetalen kunnen in verschillende subfamilies worden onderverdeeld. Zie hiervoor de uitgebreide lijst van Etnologue. Daar kun je ook zien in welk Afrikaans land of in welke Afrikaanse regio de taal wordt gesproken. Etnologue is wel heel gedetailleerd en uitgebreid; veel taalwetenschappers vinden dat een aantal Bantoetalen niet als taal, maar als dialect beschouwd moet worden. Vooral de onderlinge verstaanbaarheid is voor hen een bewijs daarvan.

Bakermat

Waarschijnlijk vinden de Bantoetalen hun oorsprong in Kameroen en zijn ze vandaaruit verspreid over het continent. Tussen de 11e en 14e eeuw migreerden de Bamileke, de grootste etnische groep van Bantoesprekers, van Egypte naar Kameroen. In de 17e eeuw trokken ze verder zuidwaarts om onderwerping aan de Islam te ontkomen.

Een andere bron meldt dat de Bantoesprekers zich vanuit het gebied rond de rivier de Congo hebben verspreid over heel Afrika. Dit zou zo’n 2500 tot 3000 jaar geleden plaatsgevonden hebben. Wetenschappers buigen zich nu over de vraag waar de bakermat van de Bantoesprekers ligt en hoe ze zich zo snel en massaal over zulke grote afstanden hebben kunnen verplaatsen.

Ontwikkeling

Er is veel discussie over hoe de Bantoetalen en de andere Afrikaanse taalfamilies zich tot elkaar verhouden en wanneer de talen zich afzonderlijk zijn gaan ontwikkelen. Taalwetenschappers denken dat de Bantoetalen al vroeg van de West-Afrikaanse talen zijn gesplitst. De onderlinge verschillen tussen Bantoetalen en West-Afrikaanse talen zijn namelijk erg groot, wat kan duiden op een vroege afscheiding.

Opvallend is wel er veel overeenkomsten zijn tussen de Bantoetalen. De stammen van veel woorden zijn bijvoorbeeld hetzelfde. Ook worden dezelfde voorvoegsels gebruikt om de diverse grammaticale kenmerken weer te geven en – zoals gezegd – is de onderlinge verstaanbaarheid groot. Door deze kenmerken staan taalonderzoekers weer voor raadsels. Uit onderzoek blijkt dat de verschillen tussen talen groter worden, naarmate ze verder van hun bakermat verwijderd zijn. Dit lijkt voor de Bantoetalen maar gedeeltelijk op te gaan.

In de volgende aflevering reis ik verder door Afrika en wel naar Zuidelijk Afrika. Daar worden onder andere de Khoisan-talen gesproken, beroemd om hun klik-fonemen.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Afrikaanse talen (Wikipedia)
Kaart met talen van Afrika (door Mutur Zikin)
African languages
Hoeveel talen worden er in Afrika gesproken
Niger-Congotalen (Wikipedia)
Bantoetalen
Bantoetalen (Engelstalige Wikipedia)
Bantoetalen (Encyclopedia Brittannica)
Bantu in Ancient Egypt
Bantu languages

dinsdag 14 mei 2013

De Talenreis: de Soedan

Door Sigrid Lensink-Damen

De Soedan is een regio in Afrika die zich uitstrekt van Mali en Senegal in het westen tot het Ehtiopisch Hoogland in het oosten. De talen die in deze strook van Afrika worden gesproken, zijn voornamelijk de Niger-Congotalen.

Omvang

De Niger-Congotaalfamilie is de grootste van Afrika. Tot deze familie worden ruim 1500 talen gerekend. De Niger-Congotalen worden onderverdeeld in verschillende subfamilies. De grootste subfamilie is die van de Atlantische Congotalen. De grootste subfamilie onder de Atlantische Congotalen is de Volta-Congotaalfamilie. De grootste taalfamilies van deze subgroep zijn de Gurtalen en de Kwatalen. Tot slot schrijf ik nog een klein stukje over de talengroep Kordofaans, die wel tot de Niger-Congotalen wordt gerekend, maar er eigenlijk niet bij hoort. Over de Bantutalen, een van de meest verspreide talengroep van de Congotalen, zal ik in een volgende aflevering meer vertellen.

De taalkundige John Steward heeft in de jaren ’60 en ’70 historisch-vergelijkend taalonderzoek gedaan naar de Volta-Congotalen en vastgesteld dat er eigenlijk sprake is van een dialectcontinuüm. De onderlinge verschillen tussen de taalvariaties zijn gering, maar worden groter naarmate de geografische afstand groter wordt.

Gurtalen

De Gurtalen worden gesproken in Burkino Faso, Mali, Ivoorkust, Ghana en Togo. De taalgroep omvat ongeveer 70 talen. Gurtalen worden gekenmerkt door nominale klassen of naamwoordklassen. Dit is een grammaticale constructie waarbij zelfstandige naamwoorden bij verschillende klassen worden ingedeeld. Vergelijkbaar is de indeling in mannelijk/vrouwelijk/onzijdig in bijvoorbeeld het Nederlands. Alle woorden die verwijzen naar een mannelijk woord (werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en lidwoorden), krijgen de mannelijke vervoegingen, verbuigingen en andere grammaticale kenmerken.
In de Gurtalen is dit principe nog iets verder doorgevoerd. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bezield/onbezield, sterk/zwak, rationeel/irrationeel, de vorm van het voorwerp, enzovoorts. Er zijn tien of meer klassen, die ook gebruikt worden als vervanging van getal en naamval.

Kwatalen

De Kwatalen worden gesproken van Zuidoost-Ivoorkust tot Zuid-Ghana, maar ook in Midden-Togo. Het woord ‘kwa’ is afgeleid van het woord voor ‘mensen’ in die talen.

Kwatalen kenmerken zich door naamwoordklassen, voorvoegsels en klankverschuiving van de (begin)medeklinker (initiële consonantmutatie in vaktermen). Deze medeklinker verandert als gevolg van de klanken die in zijn omgeving staan. De meest voorkomende typen van consonantmutatie zijn lenitie en nasalisatie. Lenitie is het verschijnsel dat een medeklinker zachter wordt uitgesproken, net als bijvoorbeeld de ‘s’ in ‘meisje’. Nasalisatie is het nasaal laten klinken van de klank, bij ons komt de ‘ng’ daar nog het dichtst bij.

Kordofaanse talen

Een uitzondering op al deze taalfamilies is de geïsoleerde taalfamilie Kordofaans. Tot deze familie behoren de subtaalfamilies Talodi, Heiban, Katla, Kadu en Rashad. De Kordofaanse talen vertonen weinig overeenkomsten met de Niger-Congotalen, maar hebben onderling ook weinig samenhang. Zo hebben het Talodi en het Heiban wel de kenmerkende nominale klassen, maar het Katla en Kadu niet. Van de talen van de Rashadfamilie dachten taalwetenschappers eerst dat de nominale klassen bij de taal hoorden, maar nu zijn ze het er algemeen over eens dat die zijn geïmporteerd.

Hieruit blijkt maar weer hoe ingewikkeld het is om talen bij taalfamilies in te delen, vooral als er weinig schriftelijk bewijs is nagelaten.

In de volgende aflevering bespreek ik de belangrijkste taalfamilie onder de Afrikaanse talen: het Bantu.

Bronnen:
De Grote Taalatlas
Afrikaanse talen (Wikipedia)
Kaart met talen van Afrika (door Mutur Zikin)
African languages
Hoeveel talen worden er in Afrika gesproken
Niger-Congotalen (Wikipedia)
Atlantische Congotalen (Wikipedia)
Volta-Congotalen (Wikipedia)
Kordofaanse taalfamilie (Engelstalige Wikipedia)