maandag 28 april 2014

De emmer

Door Tessa Vrijmoed

Wie goed een vreemde taal wil leren, kan beter niet steeds letterlijk dingen vertalen naar de moedertaal. Vandaag wil ik dat echter voor de grap eens wél doen.

Grappig

Hoe zou het klinken als wij, nadat we iets af hadden gemaakt, zouden zeggen fatto (‘gedaan’) en niet ‘klaar’, een woordje dat de Italianen juist weer wél gebruiken als ze de telefoon opnemen (pronto)? Als je in het Nederlands een persoon aanspreekt met ‘Luister…’, kun je er van op aan dat er iets belangrijks volgt; een Italiaan gebruikt Senti… echter vaak simpelweg aan het begin van een zin en als hij het aanvult met una cosa (‘een ding’) wordt het helemaal lastig te vertalen. Het werkwoord sentire is sowieso interessant, want zeg je: Hai sentito Marco? dan vraag je niet of je gesprekspartner Marco nog heeft ‘gehoord’, maar of diegene de jongen nog gesproken heeft.

Ciao betekent niet alleen ‘hoi’ maar ook ‘doei’ en neem je afscheid dan kun je volstaan met Alla prossima! (‘Tot de volgende keer!’) Ben je het niet eens met wat iemand zegt, dan kun je uitroepen: Che dici! wat ik in plaats van ‘Wat zeg je?’ haast zou willen vertalen met ‘Come on!’. Bedank je een vriend voor een bewezen dienst, dan kan deze daarop antwoorden: Ci mancherebbe, iets van ‘dat ontbrak er nog aan’ of figurati (‘stel je voor’), beide op te vatten als ‘graag gedaan’.

Letterlijk

Veel kunnen we na een letterlijke vertaling nog steeds prima begrijpen, alleen zou je het bij ons niet zo zeggen: heeft een winkelier je bijvoorbeeld geholpen, dan kun je zeggen gentilissimo (‘bijzonder vriendelijk’) en als je iemand welterusten wenst, zeg je sogni d’oro (‘gouden dromen’). Wil je niet te hard van stapel lopen, dan is piano piano op zijn plaats (‘langzaam langzaam’) en als je van gedachten veranderd bent en een aanbod afslaat, heb je er simpelweg ‘nog eens over nagedacht’: Ci ho ripensato. Roept iemand je, dan reageer je niet met ‘Wat is er?’ maar met Dimmi (‘zeg het me’) en iets wat op enige wijze ook maar leuk of aangenaam is, is mooi (che bello). En klinkt de datief in het Nederlands vreselijk oubollig, een Italiaan gebruikt deze vorm naar hartelust: Mi lavo le mani (‘Ik was me de handen’).

Zegswijzen

In de categorie zegswijzen weet je het nooit. Zo kun je hier ook gewoon het ijs breken in een ongemakkelijke situatie (rompere il ghiaccio), neem je echter een groot risico, dan begeef je je niet in het hol van de leeuw, maar in dat van de wolf (la tana del lupo). Heb je trek, dan kun je wederom aan dit dier refereren, terwijl wíj doorgaans honger als een paard hebben. En iedereen die Italiaans leert, kent de uitdrukking In bocca al lupo, zoiets als ‘In de mond met die wolf’. Wat het betekent? Succes! En je antwoordt niet door te zeggen grazie, maar: crepi! (‘moge hij creperen’).

Nederlanders worden gezien als een zuinig volk oftewel: wij hebben korte armen (le braccia corte) die niet tot onze portemonnee reiken. Wie arrogant is, heeft last van stank onder zijn neus (avere la puzza sotto il naso) en gaat iemand te ver, dan heb je het over de druppel die de vaas doet overlopen (la goccia che fa traboccare il vaso).

Tot zover deze spoedcursus Italiaans. Gouden dromen en tot de volgende. Hoi.

--

Over Tessa Vrijmoed

Tessa D. M. Vrijmoed (1982) is na het behalen van haar Master in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam (2006) twee jaar werkzaam geweest als docente Klassieke Talen aan een school in Amsterdam, alvorens zij in 2008 besloot zich te onderwerpen aan het avontuur dat Italië heet. Hier bevindt zij zich tot op heden, nauwelijks worstelend om aan de betovering van de Eeuwige Stad te ontkomen.
Tessa heeft over haar wederwaardigheden in Rome een boekje geschreven "Laat je krekels maar krieken", te bestellen bij Freemusketeers.

Bron:
Het Colosseum voorbij

Deze tekst is met goedkeuring van de auteur overgenomen. Vertalersnieuws is niet verantwoordelijk voor de inhoud.

Geen opmerkingen: