vrijdag 3 januari 2014

De vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur: cultuurspecifieke elementen

Door Marthe Dijk

In mijn laatste artikel over de vertaalproblemen van Afrikaanse literatuur heb ik het gehad over de problemen die ontstaan door geafrikaniseerd taalgebruik, bijvoorbeeld door semantische verschuivingen en een afwijkende zinsstructuur. Maar soms bestaat er in de doeltaal geen equivalent van het woord uit de brontaal en bevindt het vertaalprobleem zich op cultureel niveau. Dergelijke woorden worden ook wel cultuurspecifieke elementen (cse’s) of realia genoemd.

Cultuurspecifieke elementen, zoals namen van lokale organisaties, straten en historische figuren, zijn een veelvoorkomend vertaalprobleem en kunnen op verschillende manieren vertaald worden. Silvie gaf in haar artikel in de vorige Vertalersnieuws al een overzicht van de strategieën van Diederik Grit. De keuze voor een bepaalde vertaalstrategie hangt vaak samen met de functie van de vertaling. De functie van de doeltekst in de doelcultuur hoeft niet altijd dezelfde te zijn als de functie van de brontekst in de broncultuur. Dit is echter wel vaak het geval bij literaire vertalingen.

Peter Newmark onderscheidt twee soorten vertalingen: communicatieve vertalingen en semantische vertalingen. Communicatieve vertalingen proberen het effect van de vertaling zo dicht mogelijk te houden bij het effect dat de brontekst had op zijn lezers. Technische teksten worden vaak op deze manier vertaald. Semantische vertalingen proberen de contextuele betekenis van het origineel over te brengen, zover de semantische en syntactische structuur van de doeltaal dat toelaat (Newmark). Hier vallen literaire teksten vaak onder.

Handhaving versus vervanging
In communicatieve vertalingen krijgt de betekenis van de brontekst het meeste gewicht, terwijl in semantische vertalingen de nadruk ligt op de manier waarop de boodschap wordt overgebracht. Een vertaler moet dus kiezen waar hij de meeste nadruk op wil leggen. Hij moet zijn vertaalstrategie bepalen. De vertaler heeft voor het vertalen van het cultuurspecifieke element de keus uit methoden in twee categorieën. In de ene categorie behoudt hij het cse, bijvoorbeeld door het brontaalelement te handhaven of een leenvertaling te gebruiken. In de andere categorie vervangt hij het cse door een woord of frase uit de doeltaal, bijvoorbeeld met een kernvertaling of een adaptatie van het brontaalwoord.

Cultuurspecifieke elementen bevatten vaak nieuwe informatie voor de doeltaallezer. De vertaler moet een balans zien te vinden in de hoeveelheid uitleg die hij gebruikt voor de cse’s in zijn vertaling. Als de vertaling te veel nieuwe informatie bevat, raakt hij de lezer kwijt, maar als er niet genoeg nieuwe informatie is ook. Weinig uitleg zorgt wel voor een vloeiendere tekst, omdat er minder onderbrekingen zijn, maar heeft als nadeel dat de lezer het cultuurspecifieke element mogelijk niet begrijpt. Onvertaalde woorden zonder uitleg gebruiken is echter niet altijd een tekortkoming van de vertaalde tekst. Vertalen is juist een culturele activiteit waarbij taalkundige mogelijkheden kunnen worden uitgebreid door leenwoorden aan de doeltaal toe te voegen (Tymoczko).

De woordenlijst 
Zoals ik in mijn vorige artikel schreef, is bij Afrikaanse schrijvers de invloed van hun moedertaal vaak terug te vinden in de tekst, met name in hun gebruik van cultuurspecifieke elementen. Dit is een typisch kenmerk van postkoloniale literatuur. Volgens Raoul Granqvist willen Afrikaanse schrijvers graag begrepen en gezien worden. Om deze reden gebruiken ze vaak voetnoten en cursiveren ze de woorden uit hun moedertaal, die soms ook worden opgenomen in een woordenlijst aan het begin of eind van het boek.

Chinua Achebe gebruikt in zijn roman Things Fall Apart zowel cursivering als een woordenlijst, zoals ‘udu: a type of drum made from pottery’. Hierdoor wordt de lezer eigenlijk op twee manieren opgehouden in zijn leesproces. Het gecursiveerde woord springt er direct uit en de betekenis moet worden opgezocht op een andere locatie in het boek. Maar er zijn ook niet-gecursiveerde woorden opgenomen in de lijst. Dit zijn dan vaak geen Afrikaanstalige, maar Engelse woorden, die een extra uitleg krijgen in de Afrikaanse context, zoals ‘palm oil: used in cooking and for preparing food, also a major cash crop exported to Europe’.

Naast woordenlijsten gebruiken Afrikaanse schrijvers soms een korte uitleg in de lopende tekst. Buchi Emecheta gebruikt in haar roman Joys of Motherhood een handhavende strategie met korte uitleg in de tekst: ‘He ... paid ten shillings towards his esusu, a kind of savings among friends whereby each member of the group collected contributions in turn’. De vertaler kan ervoor kiezen deze strategie over te nemen in zijn vertaling, maar dat hoeft natuurlijk niet. In de Zweedse vertaling van Things Fall Apart heeft de vertaler ervoor gekozen om de woordenlijst weg te laten en deze te incorporeren in de tekst zelf. Daarnaast heeft hij in zijn vertaling de Igbo woorden, die in het origineel gecursiveerd waren, niet gecursiveerd, omdat cursivering de lezer zou afleiden van de tekst.

De vertaler hoeft de strategie van de schrijver dus niet over te nemen. Maar als je de strategiekeuze van de schrijver bekijkt in het licht van de discussie over welke taal te gebruiken voor Afrikaanse literatuur, dan zie je dat de schrijver die keuze bewust heeft gemaakt. Chinua Achebe, voorstander van het gebruik van de koloniale talen, heeft gekozen voor cursivering en een woordenlijst ter verduidelijking. Ngugi wa Thiong’o, voorstander van het gebruik van Afrikaanse talen, heeft er in zijn roman A Grain of Wheat echter voor gekozen om geen uitleg te geven van de termen in het Kikuyu. Een duidelijk statement en een bewuste keuze. De vraag is of je daar als vertaler van af moet wijken.


Bronnen 
Granqvist, Raoul. J. “A Postcolonial Grammar of Translation: Chinua Achebe’s Things Fall Apart as a Metonymic Text.” In: Overvold, Angelina E., Richard K. Priebe and Louis Tremaine, eds. The Creative Circle. Artist, Critic and Translator in African literature. Asmara: Africa World Press, Inc., 2003. 59-71. 

Newmark, Peter. Approaches to translation. Oxford: Pergamom Press, 1981.

Tymoczko, Maria. “Post-colonial writing and literary translation.” In: Susan Bassnett and Harish Trivedi, eds. Post-colonial Translation. Theory and Practice. London: Routledge, 1999. 19-40.

Geen opmerkingen: